71. Reïntegratie

Gepubliceerd op 1 april 2021 om 18:47

De laatste 313 km naar Auckland rijden we extra langzaam, zo nemen we de toeristische westelijke route langs Lake Taupo en rijden we tot driemaal toe verkeerd. Lake Taupo is enorm, zeker als je bedenkt dat dit een vulkaankrater is. Het kost ons ruim een uur, zonder verkeerd rijden, om van de zuidpunt naar de noordpunt te koersen. Het is fantastisch weer, het uitzicht kan zo in de folder. Vanochtend hebben we afscheid genomen van onze Chinese motelmevrouw, ze neemt een foto van ons bij de Nederlandse vlag die ze speciaal voor ons de afgelopen vier dagen heeft laten wapperen. Ze kan ons moeilijk loslaten en schenkt ons nog een piepklein, pluizig kiwietje. Ik sta even stil in de tuin om het vogelconcert nog eenmaal tot me te nemen. De tui kraakt en fluit een afscheid tegelijk, ik zwaai en lach tegelijk terug.

 

Het is nu volop lente en hoe noordelijker we komen hoe warmer het wordt. De McDonalds 100 km onder Auckland heeft al zo'n serre zonder deur die we ook in tropisch Australië veel zagen. In dit deel van NZ is men ingesteld op hogere temperaturen. Ook op meer verkeer, dus op lange stukken snelweg met twee en een hele enkele keer drie rijbanen, wen ik langzaam aan mijn terugkeer in de Nederlandse infrastructuur. Sporadisch geeft een automobilist me, door me ongeduldig binnendoor in te halen, zelfs de gelegenheid om me voor te bereiden op de hufterigheid die mij straks weer te wachten staat. Ook leert men mij vandaag om te gaan met de in Nederland veel voorkomende, maar hier nog redelijk zeldzame, bumperklever. Ik zie een kans en waardeer de gewenningsperiode die mij wordt geboden. De schok kon straks in mijn vaderland, zo aan die andere kant van de weg en in die drukte anders wel eens te groot voor me zijn.

Door driemaal een afslag te missen behalen we optimaal leerrendement op onze weg naar de grootste stad van Nieuw-Zeeland. Ongeveer de helft van de bevolking woont in Auckland. Onze laatste nacht op het zuidelijk halfrond brengen we door in Holiday inn vlakbij het vliegveld, een enorm complex van kamers, vergaderzalen en restaurants. We verdwalen op zoek naar kamer 1053, maar genieten van de weldadige luxe van eindelijk weer veel water uit de douche, zachte witte handdoeken en flesjes met shampoo en body lotion. Er is zelfs een fitnessruimte waar we op een holletje naar toe gaan. Al drie maanden bestaat onze fitness, naast zware rugzakken tillen, uit rekken en trekken aan elastieke banden. Heel handig qua gewicht en ruimte voor de moderne backpacker, maar zweten op een echt fitnessapparaat is ook wel weer eens leuk.

Zodra mijn magneetkaart de deur open bliept zie ik hem al staan.....een fiets! Gretig bestijg ik precies zo'n hometrainer als die ik in de sportschool thuis altijd links laat liggen. Voor het eerst in drie maanden trappen mijn benen weer de vertrouwde rondjes, alsof ze nooit anders hebben gedaan. Ook hier werkt men optimaal mee aan onze reïntegratie in de Nederlandse samenleving. Voor de vorm gooien we er een roeikilometertje tegenaan en verbranden we wat calorieën op de crosstrainer. Ik heb de matjes al opgerold tegen de muur zien staan en met gezonde tegenzin rol ik er een uit op de vloer. Hoewel ik ontzettend veel zin heb om thuis weer naar mijn vertrouwde Pilatesklas te gaan, zie ik er tegenop om mijn buikspieren ten overstaan van een paar veels te gespierde hotelgasten te testen. In de wetenschap dat alle reïntegratie moeite kost, start ik dapper met de gevreesde plankpositie. Gaat best aardig zelfs met één been. Ook de roll-up en de brug, waarbij je op schouders en voeten ligt en dan om en om een been in de lucht gooit, doet het nog best leuk.

Na een uurtje vinden we het genoeg en besteden de rest van onze energie aan inpakken. Onze uitzet is ietwat gegroeid de afgelopen weken, maar we krijgen alles in rugzak. Waarschijnlijk wel een kilootje of wat dichterbij het maximale gewicht. Hongerig vallen we de bar binnen, het restaurant aan de overkant ziet er erg buffet-bedrijfskantine-achtig uit en daar hoef ik wegens carrière-switch lekker nooit meer aan te wennen. Dus eten we nogmaals in pubstijl met een heerlijke cocktail, sport op de TV en groepjes mannen die net doen alsof ze heel erg belangrijk zijn. Terug in kamer 1053 loop ik op mijn sokken naar buiten, nog eenmaal zuig ik mijn longen vol met frisse, vochtige Nieuw-Zeelandse avondlucht. Het is tijd om afscheid te nemen. Ik zet mijn wekker op tijd, we moeten voor we vertrekken onze huurauto nog volgetankt afleveren. Daarna is het 24 uur en 10 minuten vliegen via Hong Kong naar mijn geliefde thuishaven waar het herfst is, men rechts rijdt en water in het putje met een rechtsomdraaiende kolk in de afvoer verdwijnt. Terug naar mijn vertrouwde wereld, waarvan ik vurig hoop dat ie nooit meer zo vanzelfsprekend wordt als hij ooit was. Misschien moet ik zo mijn Nederlands nog even oefenen dan ben ik er echt klaar voor.

Voor de laatste keer verstuurd vanaf het zuidelijk halfrond