67. Dutch windmill

Gepubliceerd op 28 maart 2021 om 23:05

Hoewel ik redelijk heb geslapen, word ik al vroeg gewekt door gestommel boven onze kelder. Vandaag gaan we weer op pad dus ik laat frustraties achterwege en pak met opgeruimd gemoed onze auto in. Om onze wandelplannen voor morgen te bevestigen, neem ik nog even contact op met Terry, onze gids voor de Tongariro crossing. Hij heeft heel goed nieuws, de weersvoorspelling voor morgen is mild genoeg voor de grote oversteek. Het gaat gebeuren! De 7 uur durende wandeling over de Tongariro vulkaan waar ik al weken naar uitkijk. Eergisteren viel er nog sneeuw. We nemen afscheid van de zeer vriendelijke Roland en Myriam en rijden door een miezerig buitje richting snelweg 1. Aan het verkeer is goed te merken dat het Noordereiland veel dichter bevolkt is dan het zuidelijke deel. De weg is of tweebaans of heeft inhaalstroken om de paar kilometer. Ook echt nodig, want de noorderlingen rijden graag te hard en zijn dol op onze achterbumper. Prima te doen hoor, maar het superbeleefde van het Zuidereiland is er hier wel vanaf. De wegen zijn recht en plat dus we schieten lekker op, dan zien we een bord 'Dutch market' bij de windmill linksaf.


Windmolen? Hier in Nieuw-zeeland? Dat moeten we zien en ik druk de ruitenwisser naar links, die omgedraaide knopjes blijven onwennig. Dan doemt in de verte het vertrouwde silhouet op van molenwieken. Een klein groen grasveldje omringd met een oerhollandse molen anno 2000 en een restaurantje, genaamd Dutch Oven, vormen samen een piepkleine Nederlandse enclave. In de molen, genaamd De Molen, vinden we een winkeltje met Hollandse producten, Droste cacao, ontbijtkoek, hagelslag, appelstroop, stroopwafels, maggiblokjes en Senseokoffie. Frieda vergaapt zich aan de schappen vol drop en schaft een doosje Stevige Scheepsknopen aan. Ik begrijp opeens hoe belangrijk het is om iets van thuis terug te zien in een ver, vreemd land. Nooit gedacht dat de aanblik van een blik Unox bruine bonensoep me dichter bij huis zou doen voelen. We rekenen de drop af, achter de toonbank staat zo'n blikken trommel van Douwe Egberts waar mijn oma vroeger spelletjes in bewaarde. In een flits word ik tientallen jaren teruggeslingerd naar een tijd van warme chocolademelk en lange spelletjesavonden.

Met rammelende maagjes stappen we het knaloranje geschilderde houten restaurantje in. Oh, bitterballen en kroketten en pannenkoeken en boerenkool met worst. "Waaw hebben jullie twek in?" vraagt een hoogblonde dame met een zwaar Engels accent. Ze is ooit uit Holland naar hier vertrokken en bakt nu een pannenkoek met spek voor Frieda. Terwijl we op het terras smullen schuifelen er bejaarden heen en weer naar de molen om koffiekoeken en speculaasjes te halen. Het blijken Nederlanders die hier sinds de jaren '50 wonen, ook zij maken verbinding met hun moederland via een blik bruine bonensoep. Na de nodige gesprekjes in gebrekkig Nederlands worden we uitgezwaaid als we de auto weer starten. Wat een heerlijk rood-wit-blauw met oranje moment was dat.

Het laatste uur van onze rit doorkruisen we het Tongariro nationale park waar de besneeuwde vulkaantoppen naar ons lonken. Morgen lopen wij daar, de laatste activiteit op mijn reiswensenlijst. Het landschap is opeens totaal anders, bruin gras bedekt de bodem, er groeien amper bomen. In de recht afgesneden wanden langs de weg zie ik de lagen vulkanisch as opgestapeld met een dun laagje begroeiing er bovenop. In Turangi rijden we met gemak en stoplichtloos naar ons motel. De Chinese eigenaresse heeft speciaal voor ons de Nederlandse vlag uitgehangen, waar word je nou nog zo onthaald? Ik bel Terry om te laten weten dat we er zijn, hij wil graag onze uitrusting voor morgen controleren en komt met een busje vol spullen naar ons motel. Onze bergschoenen voldoen prima en zijn ook geschikt voor eventuele stijgijzers. Hij voorziet ons van regenbroek, regenjas en warme handschoenen. Voor Frieda heeft hij zelfs wandelstokken. Morgen gaan we met ijshouweel en helm op stap en hij leent ons ook een rugzak die groot genoeg is voor die extra uitrusting.

Dan rest ons niets anders dan flink eten en uitrusten. Ik maak Mexicaanse wraps met extra veel groenten en gerookte zalm. Na drie stuks zit ik eindelijk vol. Vanavond geen quinoa met een paar slablaadjes, maar echte Wanderkost.

Verstuurd in rood-wit-blauw

Maak jouw eigen website met JouwWeb