13. Inventief

Gepubliceerd op 2 februari 2021 om 08:11

We zitten nu eindelijk in een resort dat ook echt een resort is. Ruime, frisse kamer met koelkast, magnetron en broodrooster. En een airco die je niet wakker houdt, dat is ook een uitzondering hier. Na elf uur slapen in ons prinsessenbed worden we dan ook heel lui wakker. Ongedoucht hobbelen we naar de overkant om de gastwasserette te bezoeken. Met grote zak met was vol rood, stoffig zand op de rug. De gastwasserette bestaat uit maar liefst zes supergrote wasmachines en vier nog grotere drogers. Al onze was past in één machine, lekker alle kleuren bij elkaar. Als je op reis bent mag dat, dat is de regel.


Met zorgvuldig opgespaarde, losse dollarmunten koop ik eerst een pakje fab-wasmiddel en vervolgens duw ik vijf muntjes in de sleuf van de wasmachine. Een vriendelijke mevrouw wijst ons waar het wasmiddel in moet, dat had ik zelf nooit gevonden. Vriendelijke mevrouwen zijn hier altijd voorhanden, vooral als je ze nodig hebt en ze lossen ook altijd je probleem op. Zoals veel vriendelijke mevrouwen hier, heeft deze ook een verhaal, ze is al vijftien jaar met haar man op wereldreis door Australië. Af en toe werken ze ergens en dan gaan ze weer verder. Het plan was om drie jaar weg te blijven, maar na vijftien jaar verveelt het nog niet. Soms loopt het leven anders dan je dacht.

 

Met 23 minuten op de klok, het is een express-wasmachine, zoeken we naarstig naar een droog-ophangsysteem. Ik heb een survivalarmband die is gemaakt van twee meter oranje touw, maar dat blijkt niet voldoende om de afstand tussen de twee pilaren in ons 'tuintje' te overbruggen. Frieda komt op het idee om het touw te verlengen met een riem en dan herinner ik me de banden die we om onze rugzakken binden tijdens het vliegen. Een prachtig drieluik is het resultaat. Nu nog een oplossing verzinnen voor het tekort aan wasknijpers, we hebben er zes... Met karabijnhaken bevestigen we uiteindelijk onze BH's aan de waslijn. Reizen maakt inventief.

Ons resort heeft alles, behalve eten en drinken, dat is nog in aanbouw... Gelukkig bieden ze een gratis shuttlebus aan naar het dichtsbijzijnde winkelcentrum. Volgens de receptioniste moeten we ons er niet teveel van voorstellen, maar eenmaal ter plekke zijn we overweldigd, wat een winkels. Onze chauffeur giechelt als we zeggen dat we zeker niet binnen een uur klaar zijn. Dat geeft niet, we mogen hem bellen als we klaar zijn. We struinen door vele winkels tot we er een tegenkomen waar 'winter sale' op staat. Het is buiten 31 graden, maar de winterkleding hangt in de rekken...

 

We halen drie tassen met boodschappen zodat we zelf wat kunnen fabriceren in de broodrooster en op een van de openluchtbarbecues hier. Als je groenten wilt eten moet je zelf koken in Australië, dus we slaan we paprika, zoete aardappel, rode ui, pompoen, courgette en champginons in in de hoop dat die barbecues inderdaad zo makkelijk zijn als ze eruit zien. Dan bellen we onze chauffeur met mijn nieuwe Australische mobiele nummer, want voor weinig zijn we ook hier voortdurend online en bellen we onbeperkt.

We besluiten eerst te gaan zwemmen in het prachtige zwembad. Na 30 baantjes kom ik er hijgend achter dat dit een 30 meterbad is i.p.v. de 25 die ik gewend ben. Gelukkig, ik begon al aan mezelf te twijfelen. Na een biertje om ons moed in te drinken begeven we ons richting de publieke barbecue. Die zijn hier overal bij hotels, maar vooral in parken. Het is eigenlijk meer een hete plaat met een gat erin en met een knop erop om hem aan of uit te zetten. Je zet hem aan, pleurt dat erop wat je straks wilt eten, je schept het een beetje om en dan is het klaar. En inderdaad, het is precies zo simpel als het leek.

 

Gezellig sissend liggen onze groenten op de plaat te roosteren als een grijze, gezette man twee grote lappen vlees op de barbecue ernaast plempt. Hij start een gesprek met Frieda en negeert mij compleet. Dat moet een Italiaan zijn. En ja hoor, Charles klinkt Australisch maar is van origine Italiaans. Hij en zijn vrouw dekken ongevraagd een van de plastic tuintafels voor vier, dragen ons op onze glazen te halen en schenken ons een verrukkelijke witte wijn in. Charles blijkt wijnmaker en praat over niets anders en tegen niemand anders dan Frieda. Zijn vrouw en ik kijken elkaar meewarig aan.

 

Ik geniet van de fantastische smaak van onze zelfgeroosterde groenten en de witte wijn. Omdat mij verder niets gevraagd wordt en ik er toch geen woord tussen krijg, lees ik het etiket van de wijn nog een keer aandachtig. Gods hill, staat erop, Gods heuvel. Charles heeft inderdaad ongekend narcistische trekjes waar ik tot Frieda's grote vreugde totaal ongevoelig ben. Zodra ik er genoeg van heb, sta ik midden in zijn zoveelste wijnverhaal op, draag ik Frieda op om mee te komen en neem de afwas ter hand. Frieda volgt me met dankbare blik.

'Thuis' zetten we nespressokoffie en eten een timtammetje. Dat zijn dubbele koekjes met spul ertussen omhuld door witte chocola. Ik mag er één per dag van mezelf, want ze zijn verslavend lekker. Ik ben benieuwd wat we morgen gaan doen.

Verstuurd vanaf het grote prinsessenbed