18. Zeeziek

Gepubliceerd op 7 februari 2021 om 18:56

In het donker sluipen we via de zij-ingang ons hostel uit. Perry staat al bij het busje te wachten en na een kort ritje zet hij ons bij de boot, Pro dive III, af. Een mooi, wit, gestroomlijnd ding met alles aan boord wat nodig is om 32 passagiers en een man of 8 bemanning te verzorgen. Eenmaal binnen is er direct koffie met croissantjes, ik neem er twee, een beslissing die ik later moet bezuren. Terwijl de boot start aan onze 3,5 uur durende tocht naar het rif, kijken wij naar de verplichte veiligheidsvideo en neemt Brad onze eerste duik met ons door.

 

De eerste vier duiken met Brad zijn onderdeel van onze cursus dus moeten we ook de skills laten zien die we in het zwembad hebben geleerd. Terwijl Brad praat voel ik me misselijk en duizelig worden. Frieda niet, want die was minder eigenwijs en heeft wel pillen tegen zeeziekte genomen. Ik ben nooit zeeziek, tot nu. De resterende drie uur hang ik groen en geel over de reling. Tegen de tijd dat we voor anker gaan, ben ik zo slap als een vaatdoek. Uiteraard is het ook meteen tijd voor onze eerste duik.

Met slappe handjes en knietjes hijs ik me in mijn klamme, koude wetsuit, gesp ik 7,5 kilo lood om en trek ik mijn 25 kilowegende drijfvest met luchttank aan. Ik kan amper van de bank opstaan met zoveel gewicht op mijn rug, laat staan het trapje af naar de duikvlonder. Daar worden we in rap tempo achter elkaar nog net niet het water in geduwd. Frieda en ik doen nog snel even de buddy-check bij elkaar. Met mijn rechterhand op de regulator en mijn duikmasker en mijn linker op mijn loodgordel kijk ik recht vooruit en neem een grote stap voorwaarts. En zo plons ik voor het eerst zelfstandig met duikuitrusting in de oceaan.

 

De golven slaan zout water in mijn gezicht en mond. Praten gaat bijna niet, want ik heb mijn snorkel echt nodig. Dit is heel anders dan in het zwembad. Dan geeft Brad het sein 'naar beneden', ik doe de regulator in mijn mond, laat de lucht uit mijn drijfvest lopen en daar ga ik. Langs een touw trek ik me naar beneden en direct voel ik de druk op mijn oren. Soepel blaas ik met weerstand uit mijn neus om dat te verhelpen. Adem in, adem uit, adem in, adem uit, blijf kalm, adem in, adem uit, blijf tegen mezelf herhalen. Dit zwembad is zoveel groter en vooral dieper dan waar we in geoefend hebben....

Brad geeft middels handsignalen aan dat we op onze knieën moeten gaan zitten. Daar moeten we het truukje laten zien waarin we ons masker half met water vullen en weer leegblazen. Niet moeilijk, maar het zoute zeewater prikt verschrikkelijk in mijn neus en ogen. Ik weet opeens niet meer zo zeker of duiken wel wat voor me is. Met Frieda gaat het ogenschijnlijk goed, gelukkig, maar praten kan niet onder water dus ik blijf een beetje nerveus. Zodra we weer aan boord gaan komt de misselijkheid terug dus ik hang nog wat over de inmiddels vertrouwde reling in de wetenschap dat het echt wel wegtrekt straks. Voor alle zekerheid sla ik de lunch over. Aan het leven aan boord moet ik ook wennen. Altijd op je blote, dus natte, koude, voeten, WC's die meteen de douche zijn en de geur van eten en natte wetsuits overal. Gelukkig is de deining nu stukken minder zodat ik even kan gaan liggen in onze vrij luxe tweepersoonhut.

 

De tweede en laatste duik van de dag gaat al een stuk beter. Ik zie zowaar iets van de omgeving, prachtige vissen, roggen en koraal, midden voor mijn neus. Frieda pakt mijn hand vast en samen zweven we een stukje boven het Great barrier reef. Ik zeg tegen mezelf dat dit de reden is waarvoor ik dit allemaal doorsta. En dat helpt, maar als ik op de boot in mijn natte badpak in de koude wind, mijn uitrusting opruim ben ik doodmoe en uitgedroogd. Na een hele fles water val ik als een blok in slaap. Rond etenstijd word ik kiplekker met enorme honger wakker. Later op de avond kan ik zelfs weer grapjes maken en bier drinken. De gedachte aan morgen onderdruk ik voorlopig. Dan staan vier duiken op het programma waarvan er één in het donker, ik ben nu al kapot van twee keer kopje onder.

De eerste duik morgen is om 7:30 uur. Ik voel dezelfde weerstand als voor de eerste wedstrijd op de zondagochtend van een waterpolotoernooi. Maar dat is morgen, nu prijs ik me gelukkig dat ik deze dag heb overleefd en dat ik me beter voel. Met de gedachte dat ik alles heb gedaan wat me te doen stond, val ik om 21 uur als een blok in slaap.

Verstuurd vanaf het Great barrier reef