25. Mit dem bus

Gepubliceerd op 14 februari 2021 om 15:55

Vandaag reisden we voor de tweede maal met de Greyhound bus. Dat is een prachtige, grote, rode bus met zwarte leren stoelen die naar achteren kunnen, usb-laders en wifi. Perfect? Niet helemaal, want op onze eerste Greyhound reis troffen we een nogal snibbige chauffeuse. Pittig op de regels verweet ze mij ongeorganiseerd te zijn.... Eh? Die hoor ik niet vaak. Frieda moest bijna op een andere plek gaan zitten, omdat ze toen de bus stilstond en dacht dat ze mocht plassen, haar gordel afdeed. Da mag dus nie. Strak in onze stoel brachten we de resterende uren voorin de bus door. Jammer, want Natalie had het overduidelijk in zich om er een leuke rit van te maken.


Vandaag hadden vooraf al bedacht dat het niet zo handig was om weer voorin te gaan zitten. Die ochtend mochten we dankzij Frieda's onderhandelingstalent lekker laat uitchecken. Ruim de tijd voor 40 piepkleine baantjes in het blauwgroene zwembad en koffie. Ditmaal zaten we 60 minuten voor het geplande vertrek van de bus klaar, beschermhoes al om de rugzak, ticket klaar op onze mobiel en mobiel opgeladen in de hand. Niemand noemt mij ongeorganiseerd.

 

Ruim 20 minuten te laat draait de rode bus de terminal in. Groot is onze teleurstelling als Natalie uitstapt. Gedwee steken we onze hand op als ze vraagt wie er naar Airlie beach reizen. Ze roept instructies waarvan wij weten dat die strikt opgevolgd dienen te worden. Zodra wij aan de beurt zijn, zwetend ons elektronische ticket met militaire precisie paraat, ontglipt Natalie zowaar een grapje. Verbaasd en voorzichtig opgelucht kijken wij elkaar aan. Zou ze een goede dag hebben? Ja hoor, Natalie is vandaag nog steeds duidelijk, maar een stuk relaxter.


Voor de zekerheid gaan we niet helemaal voorin zitten. Daar gelden nog meer regels i.v.m. de nooduitgang. Kilometers grasland, suikerrietvelden en bos met zwartgeblakerde bomen flitsen voorbij. Natalie rijdt veilig, maar pittig door. We stoppen zelfs om te plassen voordat ik echt nodig moet. Ongekend. Frieda maakt voorzichtig een grapje en ik zet me schrap voor weer een of andere regel die voorschrijft dat je niet met de bestuurder mag grappen. Maar nee hoor, Natalie maakt luchtig conversatie met Frieda. Bij de etensstop laten wij op onze beurt zien dat we het goed bedoelen en schrokken ons weer veel te langzaam bereide eten snel naar binnen, zodat we op tijd weer in de bus zitten. De laatste kilometers naar Airlie beach leggen we in het aardedonker af. Vaardig en absoluut niet tuttig neemt onze chauffeuse de vele bochten in de slingerende weg. Als we aankomen wijst ze ons het meest veilige voetpad naar onze accommodatie en zegt dat ze ons over een paar dagen graag weer ziet. We zwaaien haar na als ze in nacht verdwijnt.


Airlie beach blijkt het beloofde backpackers-feest-paradijs. Daarom hebben wij een volwassen appartementje net buiten het gedruis, maar wel op loopafstand van the good stuff. Als Frieda Woolworths inloopt voor ontbijtfruit en ik buiten bij de rugzakken wacht, ben ik blij dat we voor deze duurdere optie hebben gekozen. De ene na de andere dronken Britse jongeman zigzagt voorbij. Ik ben jong van geest, maar deze tijd heb ik echt gehad. Ons appartement ligt net geen 100 meter na de laatste lantarenpaal. Het is er schoon, stil en met wasmachine waar niet eens muntjes in hoeven. Het flesje rood dat we gisteren voor de zekerheid uit de aanbieding haalden, komt ons goed van pas. We regelen meteen iets met een zeilboot naar weer een tropisch, wit eiland voor de zondag. Morgen niksen en de was doen. Ik kan niet wachten.

Verstuurd terwijl het buiten tropisch giet