58. De gletsjer

Gepubliceerd op 18 maart 2021 om 07:26

Of het de bergen zijn of de lucht hier, of het feit dat we al zo lang aan het reizen zijn, maar ik voel me lekker hier. Ik heb zin om buiten te hollen, wandelen, raften, mountainbiken of wat dan ook. Dus voordat we aan onze echte gletsjerwandeling laat in de middag beginnen, doen we een klein hikeje om erin te komen. Deze pre-wandeling van dik een uur brengt ons naar een uitzichtpunt van waaruit we de Fox glacier grotendeels kunnen zien liggen. Een prachtige spierwitte stroom van ijs tussen de bergen, deels verborgen achter flarden waterdamp.

 

Onze wandeling voert ons door dicht regenwoud en over de rotsachtige bodem van de uitgesleten U-vormige gletsjervallei. Op de weg de vallei in stuiten we al vroeg op een bordje 'In 1750 was de gletsjer hier', in de verste verte is nog geen ijs te bekennen. Ook bij het bordje dat aangeeft waar de gletsjer in 1935 was, is geen spoor van ijs te zien. Alleen een enorme lege vallei die ooit gevuld was met kubieke kilometers massief ijs. Er knijpt iets strak om mijn hart heen, heimwee naar een tijd die ik nooit heb gekend, en een gevoel van verlies om natuurschoon dat niet meer terugkomt. We lopen over een grote hangbrug boven de wildstromende rivier van smeltwater. Ik zie zeven kleuren als ik over dat schommelende, supersmalle ding schuifel. Frieda is dapperder en maakt de foto's.

 

We hebben gekozen voor een wandeling laat in de middag wegens mooier licht, dat ons is beloofd. Zodra het tijd is om te gaan begint het te regenen, ik heb mijn nieuwe outdoorbroek, fleecevest en regenjas aan. Als ik mijn bergschoenen aandoe, zie ik mijn spiegelbeeld in het raam, ik zie eruit alsof ik erop zit, op gletsjerwandelen. We begeven ons naar het bureautje waar de gidsen zitten, dat is aan de overkant van de straat zoals alles in Fox glacier. We blijken de enige wandelaars te zijn en Paige, onze gids, kijkt goedkeurend naar onze uitrusting en fitte lijven. Frieda krijgt nog een extra regenjasje en een waterdichte rugzak, maar verder zijn we er klaar voor. Paige neemt nog even de veiligheidsinstructies met ons door die vooral inhouden dat we haar aanwijzingen direct moeten opvolgen. Er schijnen nogal eens wat rotsen naar beneden te vallen, indien van toepassing, dan zo hard mogelijk in de door haar aangewezen richting hollen. Doen we, check.

Paige is duidelijk aan het broeden, ze kletst wat tegen haar walkie-talkie en kijkt opgetogen. Met een groepje van slechts drie en allen in goede staat van onderhoud, kunnen we wel een wat pittiger, langer pad naar een prachtige uitkijk doen. We lopen ondertussen in de vallei over het pad dat publiekelijk toegankelijk is. Voor me zie ik het einde van de gletsjer opdoemen, wat een indrukwekkend groot, grillig ding. Zodra de toestemming van de manager gletsjerzaken binnen is, stappen we over de hekjes het terrein voor gevorderden met gids-only op. Hoewel het hier duidelijk moeilijker en steiler lopen is, heb ik het veel en veel erger gezien. We lopen over een pad dat vroeger naar het gletsjerijs leidde, weer dat strakke gevoel om mijn hart. Waar wij nu klauteren is het ijs al 20 jaar niet meer geweest. Paige wijst een klein inhammetje aan helemaal bovenaan de tientallen meters hoge rotswand. Daar stapten vroeger mensen zo het ijs op. Op het uiterste nog redelijk veilige punt hebben we een prachtig uitzicht op de ijsrivier, het licht is inderdaad heel bijzonder nu. Als ik later die avond de foto's bekijk, komt er haast een goddelijke gloed vanaf.

Ik voel me fantastisch daar op de steile rotswand in de regen. Paige, die uit Texas komt, kletst aan één stuk door en beantwoordt de meeste van mijn weldadige overvloed aan vragen. Terug beneden hebben we nog steeds tijd over en stappen we over een ander hekje de rivierbedding op. Als er een stuk van de gletsjer afbreekt dan loop je in de rivierbedding de kans om te worden weggespoeld, maar Paige schat in dat wij harder dan zij kunnen lopen dus dan is het wel ok. Het smeltwater dat de Fox river vult is ijskoud, een graad of 3. De rivierbedding is gevuld met rotsen, stenen en fijne modder die Paige op haar gezicht smeert. Mijn huid vaart al jaren wel, bij een levensstijl van veel water drinken, sporten, buitenlucht en doen waar ik blij van word, dus ik bedank voor de grijze strepen. Als ik links kijk, zie ik die indrukwekkende ijsmassa vlakbij, ik voel me ontzettend nietig in die enorme lege vallei en de allesomvattende kou die van de gletsjer afglijdt. Tijdens het laatste deel van de wandeling vraag ik Paige hoe zij aankijkt tegen met een helikopter naar de gletsjer vliegen. Dubbel natuurlijk, maar zij ziet het plotselinge besef bij mensen die echt op het ijs moeten staan voor ze doorhebben dat er natuurschoon verloren gaat.

Terug in het dorp eten we curry bij Big foot aan de overkant van de straat. Big foot is een Amerikaans aandoend bar/restaurant met grote meubels en country muziek. Het is curry-avond dus de drank is gratis bij iedere curry. We eten heerlijk ontspannen en spelen een potje poolbiljart na afloop. Frieda wint nadat we de laatste drie ballen lang over de tafel jagen. Het is niet koud buiten dus zoeken we het pad op dat Paige ons voor in het donker heeft aangeraden. Bij de ingang klik ik mijn zaklampje aan, beetje eng wel zo'n stikdonker bos maar het schijnt de moeite waard te zijn. We lopen aarzelend hand in hand over het pad, het schijnsel van mijn zaklamp onthult steeds een stukje bos vol met mos bedekte bomen, varens en overal korstmossen. Steeds een stukje verder besluiten we de gok te wagen en ik klik de lamp uit. In het aardedonker staan we dicht tegen elkaar aan, onze ogen strak gericht op het zwart van het bos voor ons. En dan zie ik zwakke lichtjes, in groepjes, steeds meer, flikkerend te midden van niets dan zwart. Op de achtergrond ruist een stromend riviertje, ergens druppelt water en dan al die sprookjesachtige lichtjes van tientallen, honderden glimwormen. Ik waan me in de droomvlucht van de Efteling en voel me opeens bijzonder veilig in dit donkere bos. Gelukkig is er nog veel wonderschoons over, gewoon om de hoek en helikopterloos te bereiken.

Verstuurd met niet aflatend optimisme