64. Mit dem Boot

Gepubliceerd op 24 maart 2021 om 13:35

Frieda gaat er op een holletje naar toe, naar dek 7. Daar worden nu net warme scones met slagroom en jam geserveerd, tenminste als ik de mevrouw via de microfoon goed heb verstaan. Dat Nieuwzeelandse accent valt na al die weken nog steeds niet mee, iedere 'e' wordt steevast een 'i', maar ik denk dat ze met 'dik siven' vast 'deck seven' bedoelde. We zitten op de Kaitaka, een enorme veerboot die van Picton op het Zuidereiland naar Wellington op het Noordereiland vaart en v.v. natuurlijk. We waren er al vroeg, want je weet maar nooit dus we staan al om 12:30 uur in baan 4 voor de boot opgesteld. Om 14:30 uur begint de boel eindelijk te rijden. Frieda heeft al anderhalf uur met de meneer achter ons gepraat, 25 minuten op en neer gesprongen en zit inmiddels stomverveeld in de auto met de gordel om. Het duurt mij ook lang en ik dood de tijd met treinen en mensen kijken.

 

Het is de eerste keer dat we ons vervelen in drie weken, dus we tillen er niet te zwaar aan. Onze laatste rit over het Zuidereiland is weer prachtig kronkelig en groen. Rond Nelson zijn er zowaar twee wegen om uit te kiezen zodat we voor het eerst verkeerd rijden. Hebben we dat ook eens gedaan. In gedachten neem ik afscheid van dit landschap en van weer een groot deel van onze reis. 14 oktober komt eraan, soms te snel, soms te langzaam. Gisteren maakte ik een lijstje met leuke dingen om te doen als ik weer thuis ben, fietsen naar de AH, Suske en wiskes lezen in bad en facetimen in dezelfde tijdzone. Vanochtend heb ik mijn beste vriendin in Zweden van harte gefeliciteerd met haar verjaardag, terwijl ze nog niet jarig was. Zij krijgt een 35-uur-durende verjaardag kado van me, de grootste som van ons beider tijdzones en een kalender met Australische dieren die ik vijf weken geleden verstuurde. De moderne wereldreiziger kijkt ver vooruit. We hebben nog een hele week wereldreis voor de boeg en die brengen we door op het vulkanisch gevormde Noordereiland. Ik heb voor het restant van onze reis nog twee dingen op mijn lijstje, wie weet of ze gaan lukken.

Als we eindelijk de boot op mogen is onze baan de laatste die aan boord gaat. Ik rij een tikkeltje nerveus de gigantische buik van de Kaitaka in. Dit is hele andere koek dan de Dokter Wagemaker naar Texel oprijden. Twee keer rij ik een dek omhoog tot Frieda zegt "Hee, de auto's staan hier allemaal andersom?!" Grrr inderdaad allemaal neusjes mijn kant op, ben ik dan verkeerd gereden? Via de keerlus word ik gelukkig in precies de goede baan in precies de goede richting geleid, handrem erop en de pook in 'P'. Volgens de golvenwijzer is de zee vandaag 'lichtgolvend', na onheilspellende berichten over wild botsende zeestromen van de Tasmaanse zee en de Stille oceaan halen we opgelucht adem. De eerste 1,5 uur varen we sowieso door een kalm klotsend fjord, daarna is het nog eens dik 1,5 uur over open zee naar Wellington. Met één streepje bereik boek ik de laatste plaatsen voor Zealandia by night, op onze laatste avond in Wellington. Zealandia is een vallei waarin het ecosysteem zoveel mogelijk wordt teruggebracht naar de situatie van een kleine 1000 jaar geleden, dus in ieder geval vrij van predatoren, roofdieren, die hier oorspronkelijk niet voorkwamen. Mijn hart slaat tweemaal zo snel nu er een kleine kans is dat ik de kiwi-vogel en de brughagedis toch ga zien.

De zee is kalm dus de scone blijft binnen. Ik zie de kust van het Noordereiland langzaam vorm krijgen. Hoekig en bruin, anders dan het golvende groen van het Zuidereiland, veel bebouwing ook. Ik kijk uit naar onze avonturen aan deze kant van NZ. Zodra we de haven naderen worden we naar onze auto gesommeerd waar we vervolgens een kwartier in zitten te wachten tot we eindelijke mogen rijden. Moeten we weer keren! Rare jongens die kiwi's. Met de navigatie aan rijden rijden we soepel over een wild slingerende weg naar onze AirBnB bovenop een heuvel. Wellington blijkt nogal heuvelachtig, prachtig uitzicht dat wel. Myriam en Roland ontvangen ons vriendelijk en wijzen ons een schattige kamer vol strandmeubelen en steigerhout in een souterrain met heuvelzicht. Het doet me denken aan een van mijn vele studentenkamers, eenvoudig, knus en alles bij de hand.

Het grootste nadeel van op een heuvel wonen is dat je er steeds vanaf moet om wat te doen. Eten bijvoorbeeld. We (ver)dwalen fantastisch door de stad op zoek naar een parkeerplaats, het is maanden geleden dat ik dat voor het laatst deed. Uiteindelijk vinden we er per ongeluk één die gratis is, vlakbij een Wagamama. Daar aten we al eens in Amsterdam en Londen, hier issie precíes hetzelfde. Snelsprekende meisjes met neuspiercings, megahippe loungedreun en heerlijk eten. Googlemaps kan geen terugweg naar ons appartement vinden, wegens éénrichtingsverkeer. Frieda ziet altijd een oplossing en crosst dwars over een benzinestation heen, hop en we zitten weer op de goede weg. Het leven is ook hier nooit meer saai.

Geschreven op de Cook straat