5. Fietsen in de woestijn

Gepubliceerd op 18 december 2020 om 09:45

“Hobbel!”, roep ik terwijl ik kuil bedoel. Achter me hoor ik Frieda met een gilletje door het gat in de weg butsen. We fietsen door de woestijn van het nationale reservaat van Paracas. Dat klinkt moeilijker en gevaarlijker dan het is, maar het vergt wel een beetje trapzekerheid op de fiets. Staand op de trappers met open mond hijg ik mezelf weer een heuvel op. De wegen zijn wasborden met steenslag en grote gaten, maar ik prijs me gelukkig dat ik niet door los zand hoef te trappelen. Frieda, die voor iedere gelegenheid een liedje heeft, zingt iets over een eenzame fietser in de woestijn. Toepasselijk want we zijn inderdaad de enigen. Zwijgend luisteren we naar het geluid van onze ratelende kettingen en dikke banden op het wegdek. Helemaal zen schakel ik nog een keer. Krggrrr, ketting eraf, in the middle of the desert. Frieda schuift haar mouw al omhoog om het telefoonnummer, op het door de fietsverhuur verstrekte polsbandje, op te lezen. Gelukkig was ik een zomer lang fietsenmaakster en vijf minuten later heb ik de ketting en helemaal de blits gemaakt. Frieda beziet mij trots met nieuwe ogen en veegt mijn handen schoon. Zelfredzaamheid kan in de woestijn best van pas komen.

 

Bij de fietsenverhuur rijden ze na ons verzoek om de grootste fietsen, tot onze grote verrassing twee inderdaad normaal afgemeten fietsen voor. Waarvan ze vervolgens het zadel op kinderstand zetten. Superlieve mensen hier, maar van fietsen hebben ze echt geen verstand. Voor we wegfietsen wordt ons nog een kaart in de hand gedrukt en krijgt mijn roestige ketting wat een drupje olie. Hoewel zeer aan te raden vindt men een helm ook bij deze activiteit niet nodig. In dikke, koele, vochtige zeemist rijden we het reservaat in. Als eerste langs de flamingo’s, daar komen we eigenlijk voor. Mijn oudste nichtje  verloor nog niet zo lang geleden een vriendin die een bijzondere belangstelling had voor deze vogels. Iedere flamingoprint brengt haar goede herinneringen dus ik laat geen flamingokans voorbij gaan. Sierlijk en krachtig balanceren ze op dunne, lange pootjes in het water, de nek ontspannen naar beneden bungelend, kop in het water. Dit zijn veruit de sjiekste vogels ter wereld zoals ze flaneren langs het strand.

 

We fietsen een paar uur tot onze botten genoeg zijn gerammeld en onze geest weer rustig is. Mijn stappenteller trilt van geluk bij eindelijk weer eens echte activiteit. In het ‘centrum’ van Paracas kunnen we geen stap zetten zonder aangetoeterd te worden. Taxi’s laveren voortdurend over straten op zoek naar klandizie. Met een tuutertje bieden chauffeurs hun diensten aan, laten ze weten dat ze eraan komen of dat ze je vrouw mooi vinden. Lange dames in fleecetrui behoren blijkbaar tot de beste klanten, want zodra wij een straat proberen over te steken zwermt een toeterende massa kleine autootjes om ons heen. Lopen is geheel overbodig.

 

Vandaag doen we ook de was. Of liever gezegd, doet iemand onze was. Zelf wassen is dus niet de bedoeling daarom leveren we al vroeg in de ochtend een zakje in dat eerst wordt gewogen. Wie onze kilo broeken, t-shirts en ondergoed gaat wassen en hoe blijft een mysterie. Reizen is loslaten zeker in Peru, want zelf hier iets doen is überhaupt niet de bedoeling. Alles vergt ergens arbeidskracht en zo heeft iedereen elkaar hier steeds weer nodig. Alleen al het opladen van mijn mobiel kostte me gisteren een rondje langs twee botica’s (piepkleine winkeltjes). Frieda past ondertussen op onze cocktails. Op zowel de heen als de terugweg flirt dezelfde restaurantdame onverholen charmant met me. Dat had ik allemaal gemist als mijn belminuutjes online waren bijgeschreven. Ik begin de voordelen van deze deeleconomie in te zien…

 

We bezoeken nog wat hele kleine mini-supermarktjes vol met chips, fruit, cola en conservenblikjes. Morgen reizen we in 11 uur met de bus naar Arequipa dus iets te eten mee is wel handig. Wat Peruanen zelf onderweg eten is me een raadsel, want brood is amper verkrijgbaar. Ik leef al dagen op een dieet van vis, fruit en cocktails. Heerlijk, maar mijn broekriem begint de koolhydraten wel te missen. De verkoper in het laatste winkeltje belooft ons morgen vers brood. Voor de zekerheid nemen we toch ook maar een zakje mandarijnen mee…. 

 

Mijn maag rammelt, het cocktailuur begint. Tijd om voor de laatste maal langs de strandboulevard en langs de Stille oceaan te flaneren. Als flamingo’s.

 

Verstuurd speciaal voor Yara

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb