13. Op bezoek bij de inka

Gepubliceerd op 26 december 2020 om 12:11

Ik lig op een bed met uitzicht op de op-een-na-beroemdste inkaruïne van Peru, Ollantaytambo. Gewoon in een hostal en onze voetjes passen er ook nog in. Superrelaxed zo na een hectische, volle dag. Op de inka-terrassen aan de overkant zie ik nog duizenden toeristen als mieren in een lang lint de trappen beklimmen. Een uur geleden liepen wij daar ook, strak ingeklemd tussen 600 jaar oude muren en veel teveel mensen. Nu van een afstand zie ik pas hoe indrukwekkend dit hele complex is. Sommige dingen moet je doorleven door er middenin te staan, andere door ze te beschouwen. De inkaruïne van Ollantaytambo valt in die laatste categorie.

 

Wij namen vandaag een toeristische bus van Cusco naar hier, met ‘engels’-sprekende gids en stops onderweg voor sightseeing. Onze gids, volgens eigen zeggen een inka-afstammeling, vertelt interessante en minder interessante feiten over het gebied en de inka. Dat ze de kenmerkende terrassen vooral bouwden ter voorkoming van erosie, dat ze vruchtwisseling toepasten, dat ze experimenteerden voor de beste groeiomstandigheden, dat ze bouwden zonder cement en dat ze niets opschreven. Inka’s dood,  alle kennis verdwenen, best lullig, dat zal mij niet gebeuren…. Uit de ruïnes die we vandaag bezochten blijkt inderdaad meesterschap qua bouw. Inka’s bouwden graag dingen bovenop een berg zodat ze aan de zon, maan en sterren konden zien welke dag van het jaar het is. Pretty clever. 

 

In de eerste ruïne krijgen we precies 60 minuten de tijd waar onze gids er eerst 20 vanaf kletst. Prachtige, tegen een berg aangeplakte restanten van voorraadschuren waar Frieda en ik hoog naartoe klimmen. Ik leg mijn volle hand op de koele stenen muur zoals ik dat vroeger deed in middeleeuwse kastelen en Romeinse fundamenten. Me verbinden met vroeger gaat beter zo dan met mijn hoofd. Ik klim als een berggeit omhoog, heerlijk voel ik me hier. De zon, de wind, de hoogte. Precies op tijd zijn wij als enigen bij de bus. Als we wegrijden kijk ik omhoog, de weg is één lang lint van toeristenbussen. 

 

Onze reisleider is gewend om groepen door dit soort dagen te jagen en doet dat ook vandaag met verve. Voor de lunch stipt 50 minuten, voor de ruïnes in Ollantaytambo een uur. We laten het eten ons er niet minder om smaken die ene (en enige) keer dat we bij een toeristisch buffet aanschuiven. Met live pan- en blokfluitmuziek op de achtergrond smikkelen we optimaal op het terras. Frieda valt voor de alpaca carpaccio en ik schep mijn bord vol met bonen, mais, andere bonen, quinoa en gierstsalades. De versgemaakte ceviche roer ik er ter maximale smaakbeleving lekker doorheen. Samen lepelen we verheugd een bakje arroz con leche (rijst met melk) met het verrassend smaakvolle mazamorra morada (een zoete saus van zwarte maïs). Griesmeelpudding met bessensap van oma had op mij vroeger hetzelfde effect. Mijn maag laat nog altijd veel liefde door.

 

Met warme, volle buikjes haasten ons nog wat verder door de dag tot we bij ons hostal zijn. De tijd is weer van ons. Met een lichte inka-overdosis worden we bij de receptie heel vriendelijk opgevangen. Naast een fabelhaft uitzicht beschikken we ook over supergoede WiFi en een receptioniste die eruit ziet als de mooiste spice girl. 

 

In het vroege donker struinen we door de smalle Inka-steegjes van dit gigantische Unesco werelderfgoed. Asfalt is hier niet toegestaan dus wiebelen we over casseien waar Parijs-Roubaix een puntje aan kan zuigen. En als je denkt dat dat de grootste uitdaging is dan heb je die irrigatiekanalen in het midden van vrijwel iedere steeg nog niet gezien. Kniediepe sleuven met water maken te diep in het glaasje kijken hier zeer onverstandig. Gelukkig ben ik goed voorbereid dus lopen we achter het schijnsel van mijn piepkleine, Australische zaklampje naar het ‘hoofdplein’. Bij ieder restaurant nodigt een vriendelijke jongedame of jongeman ons uit om te komen eten. Ze gooien er vaak ook een happy hour pisco sourtje tegenaan alsof ze onze behoefte kunnen lezen. We strijken neer bij een houtoven die heerlijke pizza's produceert. Het happy hour duurt hier speciaal voor ons de hele avond. 

 

Morgen ga ik dit dorpje eens bij daglicht bekijken. Dichterbij de Inka’s was ik nooit.

 

Verstuurd met ontzag