14. Spaans monopoly

Gepubliceerd op 27 december 2020 om 10:18

Ik poets mijn tanden met uitzicht op de fenomenale inkaruïne. Vandaag slapen we uit tot 7:30 uur. Zo vroeg zouden we er op een vrije dag in Nederland never nooit niet uitkomen, maar ons ritme is er hier om onduidelijke redenen een van vroege vogels. Die mensen die het zonde vinden van hun dag om uit te slapen en die al een museum hebben bezocht en boodschappen gedaan als wij onder de douche stappen. Op dit halfrond behoren wij qua bioritme ook tot die groep. We zijn klaarwakker zodra het licht wordt en krijgen hangende oogleden zodra de zon achter de horizon zakt. Als we bij hotels instructies krijgen voor het geval de deur op het avondslot gaat, stoppen wij met luisteren. 22 uur halen we nooit…...

 

Vandaag treffen we voorbereidingen voor onze trektocht, de koffieroute, die morgen begint. Het belangrijkste is het splitsen van onze toch al spaarzame bagage. Met enig wikken en wegen krijgen we het voor elkaar om onze reisbezittingen te halveren. Omdat de supersnelle wifi ook erg onstabiel is, stap ik nog eens receptie binnen om de router te laten resetten. Ik tref er een vlotte Uruguayaanse die muy rapido Spaans tegen me ratelt. Blijkbaar kan ik net genoeg terug zeggen, want ze houdt het gesprek lang op gang en verspert me ook handig de weg terug naar mijn kamer. Frieda ziet het aan voor onhandig versieren en giechelt zich suf. Ik vind dat er in een land waar niemand echt homo mag zijn, bijzonder veel onomfloerst geflirt wordt onder de dames. Maar ik hou naïef de keurige optie open dat ze iets anders bedoelen, mijn Spaans is immers verre perfect.

 

Als we de keien opstappen om het dorp in te gaan slaat er dikke rook uit het huis van buren. Hier in Peru weet je nooit zeker of iemand cavia’s staat te braden of dat de boel echt in de fik staat. Frieda vindt dat ik nog maar eens naar de Uruguayaanse receptiedame moet gaan om te vragen of het normaal is dat het buurhuis dikke, zwarte wolken uitbraakt. Ik ben een andere mening toegedaan….., maar om daar nou een Unesco werelderfgoed om te laten afbranden, da’s nou ook weer nie nodig. De buurman blijkt er iets op na te houden dat dikke, zwarte rookwolken produceert dus we zijn gerustgesteld. Frieda piest bijna in haar broek als ik weer lang aan de praat wordt gehouden. De volgende keer mag zij de brand melden.

 

Na een rondje over de kleurige markt stuiten we op een prachtige inka-ketting voor mij. Een ster met vierkante punten, volgens de maker van dezelfde steen als de berg van Machu Picchu. Die onwaarschijnlijke waarheid neem ik graag van hem aan. Met een mooie steen aan een touwtje om mijn nek lopen we het chocolademuseum binnen. Daar blijken we vooral veel te kunnen proeven, lezen en quasi-geïnteresseerd kijken is niet nodig. Met de heerlijkste witte chocola en de voor mij iets te pittige chilichocolade (!) in onze buik, scoren we nog een klein heupflesje pisco sour met romige chocoladesmaak voor op onze trektocht. De voorbereidingen zijn afgerond.

 

Bij het ontbijt zag ik het al staan, het Spaanse monopolyspel. Frieda is dol op spelletjes en ik op Frieda dus klappen we enthousiast het bord open. Het blijkt de versie van de Amerika’s te zijn in de Spaanse taal. Tijdens het spelen gaan we ongemerkt steeds meer in het Spaans praten. Tot twaalf tellen konden we allang, maar nu tellen we ook de geldbedragen, vertalen we de kanskaartjes, smokkelen we met het algemeen fonds allemaal in het Spaans. En daar blijft het niet bij, want het aangeven van elkaars beurt, het aftroggelen van geld, het ruilen van straten en het verzucht en gejuich doen wij glansrijk ‘en Español’. We spelen tot we het te koud hebben om op de tocht te zitten. Frieda staat vet voor met ‘dos hoteles’ (twee hotels). Zelfs rapporteren over onze spelvorderingen aan onze hotelgastheer lukt in het Spaans. Hij vraagt of we Nederlanders zijn. Een beetje terughoudend vraag ik waaraan hij dat kan zien, “Because you’re huge”....zoals Gulliver een reus was in een land met dwergen. 

 

We stommelen nog een laatste keer door de donkere, ongelijke steegjes op zoek naar eten. Zoeken is een groot woord want je struikelt hier over de restaurants en de happy hours. Een plek waar men mastercard of pinpas accepteert is iets lastiger te vinden, maar ook dat lukt. Onze pinpassen heb ik trouwens ‘gemaakt’. ING had ze waarschijnlijk, omdat pinnen in Peru niet tot ons normale bestedingspatroon behoort, uit pure klantvriendelijkheid weer op Europa gezet….kom daar maar eens achter. Het kostte me drie pisco sours voor deze mogelijkheid in me opborrelde, maar elektronisch geld uitgeven behoort weer tot onze mogelijkheden. 

 

Morgen starten we de voettocht die ons naar de lang verborgen Inka-nederzetting Machu Picchu zal leiden. Ik ben een van de miljoenen die een reis naar Machu Picchu onderneemt, maar in mijn fantasie ben ik de eerste ontdekkingsreiziger die er ooit voet zal zetten.

 

Verstuurd met weinig bagage