17. De pelgrimstocht

Gepubliceerd op 30 december 2020 om 10:27

Het is eindelijk droog, zelfs uit de douche komt geen water. Ik trotseer de valse hond om de hulp van alleskunner Elvira in te schakelen. Een net niet ijskoude straal water op je lijf is hier al heel wat. In de keuken staat weer een typisch jungle-ontbijt voor ons klaar. Met avocado, yuka, gebakken banaan en vers papayasap. Omdat er ook een gekookt eitje ligt maak ik het typische Cindy-ontbijt, broodje ei met kaas. Ondertussen drogen onze vochtige spullen uitgespreid op de stoep.  

 

Door de regen staat de rivier gevaarlijk hoog dus we verzinnen samen met onze gids een Plan C. Eerst met een auto naar de thermale baden, dan weer met de auto en dan 3,5 uur lopen naar Aguas Calientes. Klinkt relaxed….tot er weer een vieswitte stationwagon komt voorrijden. Alle bussen en taxi's staken dus de zwager van Elvira wil ons wel voor een klein bedrag een halve dag rond rijden. Een soort jungle-über. Dat er geen hoofdsteunen of autogordels inzitten en dat er voor iedere rit een flesje mineraalwater onder de motorkap wordt leeggegoten nemen we op de koop toe. Reizen is loslaten. 

 

We botsen een vol uur over een bochtige, modderige weg dwars door de bergjungle. Links en rechts slaan de bananenbladeren tegen de auto. Ik voel me als op ontdekkingsreis. We hebben even oponthoud, een modderstroompje heeft vannacht een stukje van de weg geblokkeerd. Een graafwagen rijdt al heen en weer dus niet veel later plonzen we opnieuw in een heetwaterbron. Eloy en onze chauffeur letten op al onze spullen terwijl we het vuil van ons afweken. Ik knijp mijn ogen dicht en stel me voor dat ik op zoek ben naar een verloren stad in ondoordringbaar oerwoud.

 

Onze ‘taxi’ brengt ons zover als auto’s mogen komen. Speciaal voor ons gaat er nog ergens een slagboompje open. De start van onze wandeling is een parkeerplaats/treinstation met winkeltjes en eettentjes die zonder uitzondering Machu Picchu heten. Eloy klapt zijn wandelstokken uit en start in rustig tempo de ontdekkingsreis die ons in twee dagen naar de plek zal brengen waar ik naar op zoek ben.

 

We lopen langs en op de rails van de trein die het enige alternatief voor urenlang wandelen is. De verloren stad bereik je niet zomaar. De jungle en de bergen om ons heen laten me direct zien waarom. De vegetatie is ontzettend weelderig groen en ondoordringbaar. De rotswanden rijzen steil omhoog. Na een uur zweten wijst Eloy omhoog, voor het eerst zie ik een piepklein stukje in de verre verte van Machu picchu. De stad die haar geheimen niet zomaar prijs geeft.

 

We nemen het schema van morgen of liever gezegd vannacht door. 4:15 uur in de rij bij de bus wachten en ontbijten uit je ontbijtbox, van 5 tot 8 een rondleiding door de beroemdste inkaruïne van de wereld en tussen 9 en 12 uur het beklimmen van de Machu picchu berg. En als je denkt dat het werk van een ontdekkingsreiziger er dan op zit, volgt nog de busreis omlaag, bagage ophalen in Aguas Calientes, de treinreis naar Ollantaytambo en de lange taxirit terug naar Cusco. 

 

Een bezoek aan dit eeuwenoude wereldwonder vraagt offers die door de tijd heen weliswaar veranderen van je oudste dochter of je halve oogst naar geldoffers en veel fysieke inspanning en ongemak. Zo verblijf ik al drie dagen in een voor mijn lijf uiterst onaangename omgeving. Alles wat ik heb is vochtig en/of ruikt naar fik, ik loop al dagen in dezelfde kleding met ongewassen haar, het is hier als het niet de hele dag hoost een graad of 10 te warm voor me, ik kijk strak voor me uit in hotsende auto's om niet over mijn nek te gaan en ik (en niet Frieda) word lek gestoken door de muskieten door mijn dikke broek heen.

 

Maar oh mijn god wat heb ik het er voor over. Het gevoel een unieke ontdekkingstocht te maken is met niets te vergelijken. Dat ik die tocht zal maken met 2000-3000 anderen doet daar in mijn wereld niets aan af. In mijn fantasie zijn het Frieda en ik die met onze lokale gids de grootste schat op aarde gaan ontdekken.

 

Verstuurd met 22.000 stappen op de teller