“Zie je hoe rustig het is?”, vraagt Eloy me. Voor een plek die zwart zou moeten zien van de toeristen is het inderdaad aan de rustige kant. “Door de staking”, meldt onze gids. Dat is dus voor het eerst dat een staking van het openbaar vervoer in mijn voordeel uitvalt.
Eloy staat precies om 4:15 uur in de nacht klaar voor ons hotel tegelijkertijd met twee doosjes met geheime ontbijtinhoud. We lopen in het donker naar De Rij. Links en rechts haasten zich mensen in dezelfde richting. Op een onverharde weg treffen we een rij van 400-500 mensen. “Good”, zegt Eloy, “we are early”. Hij schat dat we met de 15de bus omhoog naar Machu Picchu gaan. Hij heeft gelijk. Het uur dat we wachten besteden aan het wegwerken van het ondefinieerbare ontbijt en een kopje warme koffie.
Weer in scheurtempo over een slingerende, onverharde weg, maar nu het donker. We behoren tot de gevorderden nu. Na een klein half uurtje staan we voor de poort van het 7de wereldwonder. Nog niet open...om zes uur stromen we met een flinke golf anderen Machu Picchu binnen. Dat is dus best groot en we lopen onze gehele rondleiding met z'n drieën. Ik voel mij maximaal de ontdekkingsreiziger die eindelijk het kruisje op de schatkaart bereikt. Iets onrustigs in me lost op.
Maar het kan altijd meer dus nadat Eloy ons die fantastische constructiekunst, het astrofysisch observatorium, de waterleiding, het Inka-compas, een paar tempels en het maagdenhuis heeft laten zien, nemen we afscheid van hem. Terwijl we de eerste treden van onze wandeling naar de Machu picchuberg nemen zwaait hij ons uit. “Remember, take baby steps” en met dat advies moeten we het de komende uren doen.
Thuis lijkt dat altijd een geweldig idee, zo'n beklimming. Op een avond dat het sporten als vanzelf ging en je frisgedoucht met een wijntje op de bank jezelf heel fit zit te voelen. Op zo’n avond besloten we dat wij met gemak een bergwandeling van 1,5 uur kunnen maken. Kunnen, zeker. Met gemak, allerminst. Ten eerste omdat de beklimming bestaat uit, voor mijn gevoel, een miljoen treden van superongelijk formaat. Heel hoog, scheef, gebarsten, heel kort, mijn voeten vinden nergens comfort. Verder lopen we in de volle zon wat ons naast de ongelooflijke cardio workout, verschrikkelijk laat zweten. Tenslotte, stijgen we ook weer naar een plek met flink ijlere lucht wat het inspanningseffect nog eens verdubbelt.
We hijgen en zweten als nooit tevoren. Hoewel we beiden echt niet van die topbeklimmers zijn weten we stilzwijgend van elkaar dat deze er op de een of andere manier toe doet. Om de tien minuten moeten we rusten, water drinken en even de schaduw opzoeken. Baby steps, baby steps. Heel langzaam kruipt de top dichterbij. Een paar keer vraag ik me af of dit echt moet van mezelf. Blijkbaar want ik klim door. Onderweg hebben we de mooiste vergezichten op het heiligdom beneden. Nu herken ik ook pas de beelden uit de glossy folders. Na 1,5 uur precies bereiken we het hoogste punt. Ik kijk omlaag naar het perfect gevormde bouwwerk beneden. Door Frieda en mij ontdekt vandaag, aan het einde van een dagenlange, zware jungletocht.
Tevreden dalen we af. Veel makkelijker dus tot we weer binnen de muren van de bouwwerken komen. Het ziet er nu wel zwart van de mensen. De berg die wij beklommen is wegens heftige inspanning een stuk minder populair. Een beetje verwend met zoveel ruimte de hele ochtend lopen we licht geïrriteerd naar de uitgang die natuurlijk net verplaatst is naar verder weg. Buiten staat een rij alsof de kaartverkoop voor het allerlaatste concert van Tina Turner net is gestart. We wachten ruim een half uur op de pendelbus naar beneden. Het is koud en warm tegelijk, maar dan niet op die lekkere manier, onze benen trillen van de inspanning. Ook de afronding van een bezoek aan deze heilige Inkaplaats kost energie.
Bij terugkomst in ons hotel blijkt onze grote rugzak in een vochtige schuur te zijn opgeslagen. Omdat de hotelmeneer nu opeens niet zo goed Engels meer kan, word ik boos op hem in het Spaans en Engels tegelijk. Frieda lacht trots. Zij weet als geen ander dat je mij niet dwars moet zitten als ik moe ben. Dat weet de hotelmeneer nu ook. Dat onze tas vooral gevuld is met vieze kleding laat ik even buiten wege. Het gaat om het principe…
Laat in de middag schommelen we in een traagrijdende, zeer luxe trein, stipt op tijd terug naar Ollantaytambo. Wie er waar precies staakt is mij niet duidelijk, maar de jungle-vloek is duidelijk opgeheven. Onze ontdekkingsreis is teneinde, Machu Picchu kan weer eeuwen rusten.
Verstuurd met meer energie dan de dag doet vermoeden
Maak jouw eigen website met JouwWeb