In alle vroegte verlaten we voor de zoveelste keer een heerlijke plek, nemen we afscheid van nieuw gemaakte vrienden en sjouwen we onze rugzakken op weg naar nieuwe avonturen. Om 8:05 uur zitten we puffend bij de bushalte, nu is het wel warm. Gisteren heeft het de hele dag geregend net terwijl ik de was had gepland. Vicky, onze host, biedt ons haar eigen wasmachine en droger aan, maar zelfs op de heetste stand zorgt de hoge luchtvochtigheid voor lichtklamme was. Vicky is levendig en impulsief, ze boekt een dag nadat we aankomen zelf een reis naar Amsterdam. Reizigers inspireren elkaar blijkbaar. De regen weerhoudt ons er overigens niet van om in stijl afscheid te nemen van de stad. In het donker varen we met de pont heen en weer over de Brisbane river, de bruggen prachtig verlicht.
Na grondig onderzoek heb ik besloten dat de airtrain voor ons de meest comfortabele manier is om naar het vliegveld te komen. Door online te boeken snoepen we de helft van de prijs af, mits we vanaf South Brisbane vertrekken. Een gouden greep, want daar blijken we ook de borg van onze go-cards terugkrijgen. Daar kunnen we straks in Sydney leuk van winkelen. De airtrain is zoals overal ter wereld snel, schoon en overzichtelijk. Op het vliegveld van Brisbane loopt, terwijl wij in de rij staan zo het hele nationale rugbyteam van Australië voorbij. Megakerels in strakke trainingspakken torenen hoog boven ons uit. Er hinkt er eentje met zijn been in een grote brace naar onze rij. Hij mag niet mee met de rest en krijgt van al zijn teamgenoten handshakes en boksjes. Ik vind het sneu voor hem. Bij de veiligheidscontrole schiet ik snel achter de grote mannen aan. Een beetje extra bescherming kan geen kwaad op de dag dat niemand graag vliegt.
Aan boord van het Qantas-toestel worden tot Frieda's grote vreugde weer films op onze persoonlijk schermpjes getoond. Als we landen wil ze niet opstaan, want haar film is nog niet afgelopen. Ik vind het ook jammer dat we er al zijn, Mothers' day is inderdaad een ontzettend leuke film. Met een prachtig, helder uitzicht vanuit de lucht op Sydney landen we veilig op land. Wat is er veel water in Sydney zeg, allemaal inhammen in de zee. We dalen zo lang boven water dat we eenmaal op het land superhard moeten remmen.
Gehard als we zijn hebben we niets aan routes of OV uitgezocht voor in Sydney. Eenmaal geland google ik wat, terwijl Frieda onze tassen van de band haalt. OV-chipkaarten heten hier Opal en daar scoren we er binnen vijf minuten twee van. Airtrains hebben ze ook hier en ze gaan net als overal ter wereld van het vliegveld naar het centrum. Dat kan ook dus ook niet fout gaan en binnen een half uur nadat we zijn geland staan we in de frisse lente-achtige lucht van het centrum van Sydney. Het voelt direct als een echte, grote stad. Het hippe van Londen, het charmante van New York en het zachte klimaat van Vancouver. Op onze voettocht van 20 minuten naar het Manor house hotel wapperen links en rechts regenboogvlaggen, lopen mannen hand in hand en knipogen de vrouwen opvallend vaak naar me. Laten we zeggen dat we niet meer hoeven te googelen waar de gay wijken zijn. Ons hotel ligt er precies middenin.
Manor house is een oude 19de eeuwse voormalige burgermeesterswoning. Prachtig victoriaans en ook lekker stoffig. Kamer 5 geven we terug, mijn stofallergie vindt het te gortig, maar kamer 9 blijkt opvallend schoner. De manager doet nergens moeilijk over en geeft ons voor hetzelfde geld de sleutel van een kamer die tweemaal zo groot is. Het interieur is museumwaardig, hoge plafonds, 'gouden' kranen, donkerbruine houten meubels en een houten stortbak boven de WC. Niet heel erg feng-shui. Maar het is schoon en het bed is enorm en eindelijk weer goed stevig. Het superzachte bed in onze laatste AirBnB beviel Frieda heel goed, ik vond het net een bak modder.
Met onze Opalcards gaan we Sydney in, eerst naar de haven waar we een pont nemen naar Neutral bay en terug. De wind waait door mijn haren, de zon schijnt in mijn gezicht, terwijl ik langzaam het ozo bekende Sydney operahouse aan me voorbij zie glijden. Ik kom ogen tekort, want aan de andere kant schuift die prachtige Harbourbridge langs ons heen. Ik kan de mensen zien die er overheen klimmen. De golven klotsen tegen de rotsachtige bodem onder de huizen aan de oever aan. De zeepokken die eraan vastkleven verraden dat dit zout water is. Ik snuif de zeelucht diep in mijn longen en neem zoveel mogelijk van de omgeving in me op. Onwerkelijk als in een film en toch heel echt.
Terug op de kade komen we erachter dat we sinds de airtrain al gratis reizen, het maximale dagbedrag is bereikt. Boot, bus, trein zijn voor de rest van de dag gratis. Leuk stadje wel. We stoppen bij het eerste bord dat cocktails beloofd en borrelen met uitzicht op de harbourbridge. Ik voel de vrijheid van nog te vervullen dromen die de stad uitstraalt. Later lees ik dat rond deze tijd vlakbij een voorbijganger door een IS-sympathisant wordt neergestoken. Ook Australië is daar niet vrij van.
Als we de trappen van het Opera house beklimmen valt de extra beveiliging me op. Tot nu toe zag ik politie vooral in de weer met Aboriginals, het naleven van strenge alcoholwetten of gewoon heel vriendelijk op straat. Deze agenten zijn zwaar bewapend en kijken heel serieus, de schrik zit er ook hier flink in. Gelukkig is de grootste dreiging op onze beklimming van de trappen, een tik met een selfie-stick van de zoveelste toerist. De sfeer is ontspannen, vrolijk en zwoel op straat.
Terug in onze veilige buurt struinen we tussen travestieten, massagesalons en avondwinkels op zoek naar ons diner. We vallen voor de tigste keer voor heerlijk Thais. In ons hotel ploffen we met koekjes op het grote bed. Morgen gaan we naar Chinatown, lekker winkelen.
Verstuurd op 11 september
Maak jouw eigen website met JouwWeb