54. Het Licht

Gepubliceerd op 14 maart 2021 om 10:08

We slapen heerlijk in onze luxe hut, tenminste mét oordoppen, want zelfs op de meest afgelegen plekken op aarde snurken dikke mannen 's nachts dikke planken. Om 6:30 uur worden we gewekt door de scheepsmotoren, die de Fjordland navigator wegvaren uit de zij-arm waar we de nacht voor anker hebben gelegen. Het uitzicht van de zon, die de toppen van de rotsen beschijnt is prachtig. In de salon ruikt het naar gebakken spek en ja hoor de Duitse kok heeft een calorierijk Engels ontbijt bereid met worst, spek, bonen, aardappelen en gepocheerde eieren, iejeggg. Ik buig me over de schaal met vers fruit en smul van warme toost die voor mij wordt gebakken. Voor erop heb ik de keus uit boter en boter. Een glutenvrij dieet is heel normaal hier, maar opzettelijk gezond eten of uit vrije wil geen vlees, dat is een redelijk nieuw concept blijkbaar.


Carol, de scheepsbioloog, hangt alweer aan de microfoon. Ze is af en toe moeilijk te volgen dus bij het woord pinguïn hol ik midden in mijn ontbijt naar buiten. In de ijskoude wind zoek ik klappertandend naar Carol, wat heeft ze gezien? En waar? Oh, ze vertelde alleen iets over de pinguïns die we vandaag misschien gaan zien. En dan bovenin een boom schreeuwt een Kea, 's wereld enige alpiene papegaai, ons toe. Als hij het luchtruim verkiest, zien we die onmiskenbare gebogen snavel, wat een grote vogel. Opeens zijn het er 3, ze scheren rakelings over de boot en over ons heen. Frieda heeft goed opgelet tijdens het college gisteravond en herinnert zich dat ze sluw zijn als een ekster. Ze trekken de rubbers uit je autoportier, laten rattenvallen afgaan en gappen alles wat ze kunnen dragen tijdens hun vlucht. We gaan een beetje achteraf staan....

Aaaah, wat is het koud! De zon schijnt fel op de toppen van de rotsen, maar wij varen diep in de schaduw en in de snijdende wind. We hollen naar binnen om jas, muts en handschoenen aan te trekken. Trots verschijnen we met onze Nieuw-zeelandse toeristenmuts en handschoenen, die we in de souvenirshop kochten, bovendeks. Alles wat we tot nu toe, na zorgvuldig afwegen meebrachten of kochten, is van pas gekomen.
Dik ingepakt en met warme thee in onze handen blijven we lang op het dek zitten. Het wateroppervlak is op sommige plekken zo glad als een spiegel, zodat het lijkt alsof de begroeide rotsen ondersteboven in het water staan. Ik weet niet wat ik zie, het is haast buitenaards. Er stromen wat kleine watervallen naar beneden, tijdens regenval moet het water hier fenomenaal naar beneden donderen. Ik ben er niet rouwig om dat de zon onze hele trip ongewoon lang schijnt. Het had op zijn minst allang een keer moeten miezeren, maar wij brengen de zon nogmaals mee.

Gisteren begon de lente op dit halfrond, nog nooit eerder had ik een jaar met twee lentes. Toch zal ik de donkere winterochtenden die ik steevast aanduid met 'dat gestommel in het donker' voortaan koesteren, in de wetenschap dat we daar onze lange zomeravonden aan te danken hebben. Hoewel bijzonder, is de kans dat ik ooit weer een jaar met twee lentes meemaak aanwezig. De kans dat ik precies deze verlaten plek op aarde nogmaals bezoek is nul. Ik zuig de beelden, geuren, geluiden, het bijzondere gevoel van warmte en koude tegelijk op mijn huid, zoveel mogelijk in me op. Hier moet ik het de rest van mijn leven mee doen. De kapitein van de Fjordland navigator geeft me wat extra's mee door de scheepsmotoren vijf minuten stil te leggen en iedereen om stilte te vragen. Voor het eerst in lange, lange tijd ben ik vijf minuten vrij van door de mens veroorzaakt geluid.

Er zijn altijd mensen die dan 'helemaal tot zichzelf komen', ik heb dat nooit. Ik vind het gewoon lekker stil, maar heb geen verheffende inzichten of visioenen. Die heb ik meestal op een doorsnee fietstocht langs de provinciale weg of midden in de nacht. Ook nu de overige passagiers kijken alsof ze het licht hebben gezien, denk ik aan mijn 5 havoklas. Gisteren ontdekte ik tot mijn grote vreugde dat die grotendeels gevuld is met mentorleerlingen van vorig jaar. Via whatsapp doe ik ze de hartelijke groetjes en druk ze op het hart heel erg hun best te doen. Wat een heerlijk vooruitzicht om hen straks weer les te geven. Dan starten de scheepsmotoren weer, ons meditatieve moment is voorbij. Dat heb ik dus altijd dat het al voorbij is voor mijn hoofd leeg is, zoals het hoort schijnbaar.

We varen en bussen soepel terug naar ons motel in Te Anau. Een ingewikkelde, drukdoende, glutenvrije meneer praat ongevraagd veel tegen me aan en luistert weinig terug. Als hij de Amerikaans getinte vraag stelt, welke vraag ik aan sollicitant zou stellen, zeg ik hem dat ik hem of haar zou vragen de zonnebril af te doen zodat we oogcontact kunnen maken. Met enige schaamte zet hij de zijne, na bijna een uur eenzijdig ratelen, eindelijk af. Mijn telefoon bliept weer aan, mijn leerlingen melden me dat ze er naar uit kijken om me weer te zien, dat ze speciaal voor mij extra hun best zullen doen en dat ze graag een kangoeroe als souvenir willen. Misschien heb ik het licht toch gezien. De moteldame helpt ons met de was die heerlijk in de zon aan de lijn wappert. In de supermarkt halen we genoeg voor vanavond, we hoeven even de deur niet meer uit.

Verstuurd met toch iets meer inzicht