39. Nog 6 weken

Gepubliceerd op 27 februari 2021 om 11:03

Het houdt maar niet op. Net als je je afvraagt hoe je een hele week Noosa moet vullen, tipt Jamie ons dat er een wereldberoemde markt is op zaterdagochtend. Met onze nieuw verworven Go-cards in de hand struinen we Noosa hill ,met een stijgingspercentage van 20%, af naar het busstation. Australië houdt ons dwingend fit. Bus 620 brengt ons in 34 minuten en dankzij de Go-cards voor half geld naar Eumundi markets die ik steevast Jumanji noem.

 

Deze markt lijkt weer heel erg op Camden market in Londen met zelfgemaakte sieraden, kleding, kunst en heel veel lekker eten. Na een uurtje of twee, een dadelscone met jam en room en zes heerlijke Nepalese dumplings besluiten we de bus terug te nemen. Bij de bushalte zit ik puffend in de hete zon, een lokale mevrouw meldt verheugd dat de lente eraan komt. De hitte moet hier niet te harden zijn zodra de winter voorbij is. Zelfs op bewolkte dagen is de UV-straling zo sterk dat je hier in een half uur kan verbranden. Volgens de aanwijzingen op ons 50+ zonnebrandflesje moeten we dagelijks een flesje per persoon op smeren, 30ml per keer, 4 keer per dag. Dat halen we bij lange na niet, maar verbranden doen we ook niet. Het zal wel goed zijn.

De bus terug moet je dus goed plannen, want hij gaat slechts om de anderhalf uur vanaf deze wereldberoemde markt. Stampvol dus, zodra we een steile afdaling dreigen in te zetten stopt de bus. Staan mag hier niet en de bus is te vol. Na 10 minuten steggelen over wie de bus verlaat en handig stoeltjes inpikken rijden we de heuvel eindelijk af.

Dik een half uur later dan gepland, zetten we voet op Noosa drive. Daar moeten we morgenochtend dus rekening mee houden als we naar onze walvistrip reizen. Zeker omdat ik van de organisatie ook een SMS-je krijg dat precies morgen een Ironman triatlon in Mooloolaba wordt gehouden, vlakbij ons vertrekpunt. We vallen met onze neus voor de tiende keer in de boter. Bij Coles halen we spullen voor een maaltijdsalade, het is warm vandaag en ondanks de voorspelde regen is het een superdroge dag. Frieda rijdt de ligbedjes naast het zwembad, vult twee glazen met koude witte wijn en een bakje met zoete aardappelchips. In het laatste uurtje zon van de dag liggen we genietend naast het veel te koude maar ozo mooie zwembad.

Ik tel de weken tot onze thuiskomst, soms ben ik kwijt welke dag het is. Veel ozzies vragen ons hoe lang we al onderweg zijn, weet ik niet meer. Dus ik pak de kalender er maar eens bij. Nog zes weken! Het houdt maar niet op. De staat van permanente thuisloosheid voegt me beter dan ik had gedacht. Wel dankzij de nodige luxe natuurlijk, een kamer delen in het zoveelste hostal zou me opbreken. De meeste backpackers, lees 20 jaar jongere medemensen, werken er flink bij en kijken ons verwonderd aan. Drie maanden op pad zonder te werken. Tsja, we hebben ons in Nederland al een slag in de rondte gewerkt, dus dat hoeven we hier niet meer van onszelf. Wie zaait zal oogsten. Zo is rondzwerven best goed te doen. We hebben Brisbane en Sydney nog te gaan hier en dan op naar Nieuw-Zeeland. Ik heb veel zin om een nieuw land te zien, maar kijk er niet naar uit Australië te verlaten. Al weken lang loop ik in korte broek, T-shirt en slippers. Mijn jas zit diep onderin mijn rugzak. Als we op pad gaan zijn water, zonnebrand en een dun shirt met lange mouwen in de tas genoeg, zelfs als het regent. Het leven is eenvoudig hier.

We eten een heerlijke, zelfgemaakte pastasalade en ploffen lui op de bank. Misschien proberen we een avondje Australische prut-TV uit. Hoewel series als Flying doctors, Neighbours en McLeods daughters anders doen vermoeden is er doorgaans geen ruk aan de televisie hier. Ontvangst uit buurlanden zoals in Europa kent men hier ook niet dus het is óf Australian football óf Miss Marple óf een of ander Brits ogend serietje doorspekt met reclame voor grasmaaiers en tweedehands pickup truckjes. Maar we hebben het nog niet echt een kans gegeven. Ik ga een poging wagen.....

Verstuurd liggend voor de buis