45. Chinatown

Gepubliceerd op 5 maart 2021 om 19:59

Het grote bed slaapt fantastisch, zodat we uitgerust en met fitte rug wakker worden. Het Manor house is het eerste hotel mét ontbijt, dat we in Australië tegenkomen. Eenvoudig, maar ik geniet van de warme toast met roomboter en best wel lekkere koffie. Vandaag gaan we naar Chinatown, zo'n wijk die je in iedere wereldstad vindt, met van alles en iedereen in het Chinees. In Sydney is dat niet anders, Engels is niet langer de voertaal, de reclameborden zijn veelkleurig, rijk in aantal en de geur van uitsluitend Chinese gerechten vult de straten. Wij zijn op koopjesjacht, naar kadootjes welteverstaan. Mijn jongste nichtje van drie wil haar, door ons opgestuurde Australische t-shirt, niet meer uitdoen, dus wij moeten wel wat nieuws voor haar kopen. Het liefst iets met 'kolala' erop, zo heeft ze ons laten weten.

In een Chinees winkelcentrum vol goud-roodkleurige, synthetische kleding, loop ik zomaar tegen een prachtig, sportief fleecetruitje aan. Of eigenlijk Frieda, want die heeft daar een veel betere neus voor. Om het te vieren eten we scones met jam en room en echte koffie. We winkelen nog wat kadootjes verder tot we echt honger krijgen. Op zoek naar een WC ontdekten we eerder die dag al een verborgen verdieping met Chinees eten, waar de Chinezen zelf eten. We proefden een vers watermeloen-sinaasappelsapje waar we op advies van de serveerster verse gember doorheen lieten mixen. Dat komt mijn gezondheid ten goede volgens haar, het kwam in ieder geval de smaak ten goede. Maar goed, nu hadden we echt honger. Wat een keus en hoe onleesbaar het Chinees. De vitrines met gebraden eenden vallen af, maar dat laat nog steeds zeker honderd kleurige plaatjes over van noedelsoepen, rijstgerechten en loempia-achtige hapjes.

We gaan voor bibimbab, wat uiteindelijk Koreaans blijkt te zijn. Een enorme kom vol met verse groentes, rijst, zeewier en een lekker sausje. Alsof dat niet genoeg is, krijgen we er zeewiersoep en drie bijgerechtjes bij waarvan er eentje mijn mond uitbrandt. Ik lepel alles behalve dat loeihete spul tot op de bodem leeg, voor ik de restjes van Frieda tot me neem. Zo'n tas vol souvenirs kan natuurlijk niet mee op reis dus we zoeken een postkantoor dat onze kadootjes veilig naar Nederland wil sturen. Zorgvuldig wegen we kado's, doos en ansichtkaartjes, nét onder de kilo. Oef, weer gelukt. Een van de baliemedewerkers complimenteert ons met het wel heel krap uitnutten van de gewichtslimiet, we hebben nog drie gram over. Een andere vraagt ons streng waarom The Netherlands altijd meervoud is. Onzin volgens hem, want Australië bestaat ook uit verschillende staten en dat is ook enkelvoud. Vervolgens meldt hij dat hij Ruud Gullit een goede voetballer vindt. Humor komt in alle vormen en maten.

Als de zon onder gaat is het tijd om naar de haven te gaan. We hebben met Pascal afgesproken. We kennen hem allebei afzonderlijk via waterpolo uit de tijd dat we nog geen setje waren. Pascal is Nederlands-Australisch en heeft een tijdje in Nederland gewoond, nu woont hij weer in zijn thuisstad Sydney. Het weerzien doet me goed, ik heb hem verschrikkelijk lang niet gezien. Hij is geen steek veranderd en bezweert me dat de jaren mij ook niet zijn aan te zien. We drinken cocktails en dineren op een enorm dakterras met uitzicht over Sydney. Het Operahouse steekt fel verlicht af tegen de donkere hemel en tientallen horizontale rijen lichtjes tekenen samen wolkenkrabbers in de lucht. Nadat we de taxi met Pascal erin uitzwaaien, lopen we hand in hand naar de bushalte waar om de 5 minuten een bus komt. De avondlucht is heerlijk koel, ik heb mijn fleecetrui eindelijk weer nodig.


Verstuurd 🈵🈲🈷🈺🈸🈚️