Vandaag trad ik een kleine 400 jaar later in de voetsporen van Abel Tasman. We rijden al vroeg naar Kaiteriteri waar onze boot naar het Abel Tasmanpark vertrekt. Het park ligt op de plek waar onze landgenoot in 1642 als eerste Europeaan voet aan Nieuw-zeelandse bodem zette. Nog altijd is het park slechts per boot of te voet bereikbaar, er zijn geen wegen en het park is niet aangesloten op het stroom -en waterleidingnet. In Kaiteriteri worden ons een stukje strand gewezen waar we op de boot kunnen wachten. Huh? Geen haven of steiger? Het zal wel goed wezen. En ja hoor, na een kwartiertje in de zon arriveert de Abel Dominator, een naam die weinig nederigheid doet vermoeden, recht op het strand afvaren. Een loopplankje wordt op het zand gepleurd en een ankertje in het zand gestoken, of we zo vriendelijk willen zijn aan boord te gaan.
De Abel Dominator voert ons in een uur langs de kust naar het Medlands strand. Onderweg stoppen we even voor Adèle island met haar pelsrobben. Ik kijk uit het raampje naar dat uitgestrekte regenwoud en denk aan Abel Tasman. Wat zou hij hebben gedacht toen hij dit onbekende land zag? Hij was er in december dus hij had vast mooi weer. Abel liet het Zuidereiland uiteindelijk links liggen, omdat de Maori's niet aardig waren. Bovendien dacht hij dat het deel uitmaakte van het onbekende Zuidland of Terra Australis en dat was al ontdekt. Veel later toen ontdekkingsreizigers rond Australië en NZ voeren ontdekte men dat het losse landdelen waren. Maar Abel was hier en hij was de eerste Europeaan. Ik ben nummer 900 miljoen ofzo, maar als we op het verlaten strand van Medlands worden gedropt en de Overheerser afvaart, voelt het alsof we nummer 1 en 2 zijn. Er is hier niets dan weergaloze natuur en uitgestrekte oceaan.
In de glanzende folder zag het er heel overzichtelijk uit, de boot naar Medlands en dan vier uur wandelen naar Anchorage, dat niet alleen in Alaska, maar ook in het Abel Tasmanpark ligt. Onze schipper roept ons nog na dat we vooral het pad voor hoogtij moeten nemen, anders wordt het zwemmen. Mijn telefoon heeft geen bereik dus ik hoop dat dat goed aangegeven is. Daar staan we dan in Abels voetsporen. Gelukkig gaan we, lees ik, immer goed voorbereid op wandeltocht. Mijn vader en moeder leerden me op mijn allereerste wandelvakantie in Oostenrijk dat je altijd water, eten en een regenjas bij je moet hebben, waar je ook heen gaat. Die ochtend smeer ik 12 dikke, bruine boterhammen met nep-Edammer kaas en vul ik twee grote flessen met water. Nietig staan we met onze lunchpakketjes op het strand naar de steeds kleiner wordende boot te kijken. Hoe zou Abel zich hebben gevoeld?
We gaan op onderzoek uit en vinden direct de Coastal track, een soort duinpad waar je dagen over kan lopen zonder het park te verlaten. Het is prachtig, links steeds die blauwgroene, ruisende oceaan en rechts een explosie van groen regenwoud. Het pad is bijzonder goed onderhouden, goed bewegwijzerd en redelijk belopen dus we zijn hier gelukkig niet alleen. Mijn oog valt op iets dat het lijkt op een cycade, maar veel te groot is. Een palmboom dan? Hier? Dan zie ik die kenmerkende ontkrullende bladeren van een varen. Maar zo groot? 10 meter boven mijn hoofd zie ik die prachtige krullen omhoog steken. Varens op zo'n grote stam dat zag ik nog nooit, zelfs niet in het tropische regenwoud van Daintree forest. Samen met Frieda onderzoeken we er eentje, en ja hoor er zitten sporen onder de bladeren. Dit is zeker te weten een varen op een stam, een boomvaren dus. Wat vind ik dit mooi, dit is een waar koninkrijk der varens. In alle soorten en maten groeien ze het woud dicht.
We lopen, lopen, lopen. Over rots, zand, modder, waterstroompjes, boomwortels, strand, we kletsen en zijn stil. Het pad voert ons langs de prachtigste baaien en over een wild slingerende hangbrug (aaah...). Dit is een van de mooiste stukken natuur waar ik ooit ben geweest. Zo ongerept, geen parkeerplaats, geen prullenbakken, geen brandkranen, helemaal niks. Wel twee veldtoiletjes, tot mijn grote vreugde. Bij Cleopatra's poel koelen we onze verhitte voeten even af. Na 4,5 uur wandelen bereiken we het strand van Anchorage, ruim op tijd voor de Dominator die ons komt ophalen. Opgelucht haal ik adem als de boot aan komt scheuren en zijn loopplankje in het zand beukt. De schipper vinkt opgewekt onze namen van zijn lijst, hier wordt niemand voor het echie achtergelaten. Eenmaal aan boord vallen we allebei direct in slaap.
Verstuurd met Nederlandse trots
Maak jouw eigen website met JouwWeb