Een jonge Michael Jackson zingt voor me aan de oever van het gigantische Titicacameer. We wachten op onze cocktails met de felle namiddagzon op ons gezicht. Ik was nog nooit op een plek met een haven zo hoog in de bergen. Er waait een koude wind die doet vermoeden dat het hier ‘s nachts ijskoud is.
We hijgen de twee straatjes in Copacabana op, die ons van de haven naar ons hostal brengen. Op 3850m een sprintje omhoog trekken met een grote rugzak op is er echt niet bij. In het trapjesdoolhof van ons hostal kom ik flink lucht tekort. Hostal Las olas is een verzameling van sprookjesachtige huisjes met torentjes, trapjes en glas-in-loodramen. Het is net De Efteling waar ik zo dol op ben en daarom heb ik deze plek maanden geleden ook uitgekozen. In het echt is onze suite nog veel mooier. Frieda juicht verheugd dat het net is alsof ze in een zwembad slaapt. Maar liefst drie verdiepingen, vijf slaapplaatsen, een keuken en een hangmat staan tot onze beschikking. Inclusief alpaca’s, een privé tuintje en planten die bedoeld uit de badkamervloer groeien. Voor weinig, want Bolivia is más económico.
Al bij de grens wissel ik een deel van onze Peruaanse soles in voor Bolivianos. Pinautomaten zijn niet dik gezaaid in Bolivia, alles gaat hier cash. Hoewel de wisselkoers 1:2 is typt men het door mij in te wisselen bedrag van 150 soles in de calculator in…..Dan is het tijd om de grens over te steken. Dat is dus wel een dingetje. Eerst uitchecken uit Peru dan een paar honderd meter lopen met al je bagage naar het immigratiekantoor aan Boliviaanse zijde en hopen dat je wordt toegelaten zodat je het stoffige niemandsland ,op bijna 4000 m hoogte, kan verlaten. Met sterretjes en een hartslag als na een maximale sprint plof ik mijn tas neer in de Boliviaanse rij. Naast me gaat een meisje onderuit. Ik hoop vurig dat de door ons ingevulde wc-rol aan papier ons toegang geeft tot de volgende reisbestemming. Een half uurtje later zitten we in het juiste busje naar Copacabana met een paspoort vol goedkeurende stempels.
Om het risico op deze oversteek enigszins te beperken hebben we via ons reisbureau de hulp van de Bolivia-hop-bus ingeschakeld. Zo’n naar zweetvoeten ruikende backpackersbus met uitstekende oudersvervangende service. Overal ter wereld rijden deze bussen rond met gidsen die bezorgd vragen of je wel een slaapplek hebt en of je je horloge wel aan de nieuwe tijdzone hebt aangepast zodat je je niet verslaapt. Ouders in vele landen slapen geruster wetende dat er om hun kroost gekommerd wordt. Hoewel wij inmiddels groot genoeg zijn om zelf te kommeren, stel ik de douanebemoeienis vandaag erg op prijs. Mijn ouders denk ik ook.
Vanochtend zaten we nog in de verkeerde taxi naar onbekende bestemming. Lief maar ontzettend onhandig geregeld van ons hotel. Met goedwerkende voelsprieten, veel steenkolenspaans van de stress en de volle aandacht van onze rots-in-de-branding Elena belanden we toch tijdig in de juiste bus. Reizen is heel af en toe snel ingrijpen in plaats van loslaten. De grootste uitdaging is precies te weten wanneer.
Met Frieda op het terras ga ik op waterfietsexpeditie. Hoewel er honderden waterfietsen langs het strand liggen weet niemand precies waar, hoe of wanneer. Ik ontmoet wel veel lieve, welwillende mensen. Morgen gewoon wat ritselen, dat is het systeem. Bolivia is anders, de pisco sour lijkt in niets op die van Peru. Frieda neemt voor het eerst in een maand een rood wijntje. Het is tijd voor andere gewoontes. Ik ben benieuwd welke.
Verstuurd met uitzicht op het hoogst bevaarbare meer ter wereld
Maak jouw eigen website met JouwWeb