28. Zout

Gepubliceerd op 10 januari 2021 om 10:36

Frieda bouwt een zoutkasteeltje. Raampjes erin, verdiepinkje erop, zout genoeg hier. We zijn op de grootste zoutvlakte van de wereld, Salar de Uyuni, een slordige 12.000 vierkante kilometer keukenzout, 120 meter dik. Voor ons borrelt water afkomstig van een vulkaan een eind verderop omhoog. Het is hier zo plat als thuis, maar dan helemaal wit en omringd door bergen.

 

Met een poppevluchtje van nog geen 40 minuten stappen we de ijskoude lucht van Uyuni in. In het ontvangsthalletje branden twee gaskachels. Onze stewardess heeft gedurende de hele vlucht een dikke, lange jas aan. Aan bagagebanden doen ze hier niet, daar is geen ruimte voor. De chauffeur die ons naar het ‘centrum’ brengt weet ook wat Nederland groot maakt. Armin van Buuren, DJ Hardwell, Arjan Robben, Marco van Basten, Frank Rijkaard…..ik kan niet één beroemde Boliviaan opnoemen.

 

Uyuni is een stoffige, uitgestorven stad. Hier wonen mijnwerkers, quinoa-boeren en gidsen. We hebben nog wat tijd voor onze tour begint dus eerst maar een tweede ontbijtje. De wekker riep ons om 4 uur vannacht wakker. Dan kan je om 8:30 uur best nog eens ontbijten. In het lokaaltje brandt een gaskachel en er is WiFi, hier overbruggen we de anderhalf uur wachttijd met pannenkoeken en cocathee. 

 

Ons reisgezelschap bestaat uit vier sympathieke Spanjaarden en een Boliviaanse gids. Alles gaat in het Spaans, rapido. Ik stap maar meteen in het gesprek. Met wisselend resultaat, maar andere opties zijn er niet. Frieda wordt stiller en stiller. We rijden over de witte vloer van de woestijn recht op een ‘eiland’ af. Een grote rots volledig bedekt met gigantische cactussen doemt als een waddeneiland voor ons op. De cactussen zijn groter dan bomen. We klimmen wat, maar Frieda voelt zich beroerder worden dus ik doe een dappere poging onze jeep terug te vinden tussen tientallen andere voor een fles water. 

 

Zo'n zoutvlakte heeft net als een zandwoestijn de bijzondere eigenschap dat je er geen afstand kunt inschatten. Dus neemt onze gids ruim de tijd om vetcoole foto's te maken waarop het net lijkt of we vluchten voor een T-rex of elkaar op handen dragen. Met ons bierblikje maakt hij een filmpje waarin het net lijkt of we met zijn allen in en uit het blikje springen.

 

Frieda knapt even op van de gezelligheid, maar zodra de jeep verder hotsebotst wordt ze zo misselijk dat ze uiteindelijk een geelbruin vlekje achterlaat op 12.000 vierkante km wit. Eenmaal in ons zouthotel valt ze onder vier dikke dekens met al haar kleren aan in slaap. Pas ‘s ochtends als ze flink is opgeknapt ziet ze de pracht van dit nagenoeg geheel uit zout opgebouwde hotel. Alleen de douchecabine en de wc zijn van kunststof en keramiek ….

 

Als we om 7:30 uur wegrijden zie ik de nevel boven de woestijn hangen. Ik kan mijn tranen niet bedwingen. De schoonheid van dit landschap maken de scherpe kou, de droge lippen, de genadeloze zon en wind, en het lichamelijke ongemak dat hoogte toch met zich meebrengt, helemaal waard.

 

Verstuurd met zout overal