35. Sterretjes

Gepubliceerd op 17 januari 2021 om 10:39

We liggen in onze stoelen helemaal bovenin het Galileo Galilei planetarium en turen gespannen naar het halfronde plafond waar ons over een paar minuten iets met asteroïden is beloofd. Hoewel Frieda in eerste instantie niet warm werd van het vooruitzicht op een middagje wetenschap, ligt ze naast me te stralen als de lichte koepel boven ons langzaam overgaat in een donkere sterrenhemel. Een mevrouw met headset start in slepend Argentijns Spaans haar toelichting bij de fantastische sterrenhemel boven ons. Saturnus, Jupiter, het zuiderkruis, de melkweg, de maan. Veel onverstaanbaar Spaans vliegt het vacuüm tussen de sterren in, maar de boodschap ontgaat mij niet. Het heelal is oneindig schitterend.

 

Dat wist ik natuurlijk al. Als kind bladerde ik door dikke boeken met glanzende platen van sterrenstelsels, planeten en interstellaire gaswolken. Zonder succes probeerde ik me keer op keer een voorstelling te maken van de immense afmetingen van ons universum. Steeds maakten nieuwe ontdekkingen mijn eerdere voorstellingen overbodig. Op het jeugdjournaal keek ik jaloers toe hoe Wubbo Ockels de reis van mijn dromen maakte. Astronaut, elektricien en banketbakker waren lange tijd mijn droomberoepen. Een studie biologie won het nipt van een carrière in de sterrenkunde. Zonder keuzes geen levenspad.

 

Bovendien is het vooral de ontdekkingsreis die mij aanspreekt, niet de kennis ervan. Het universum dient te worden ervaren, niet bekeken. Helaas werd ik daarvoor een jaartje of duizend te vroeg geboren. De serie Star trek leidt mij al een decennium of twee rond door de verschillende kwadranten van ons eigen universum en diverse parallelle varianten ervan. Naast díe pas echt verre oorden, zijn het vooral de tijdreizen die mijn fantasie prikkelen. Waarom zou tijd perse in één richting vooruit gaan? Ik hou van een wereld waarin mijn opties oneindig en in alle richtingen open zijn. 

 

Dus wanneer ik de kans krijg op een, met echte Zeiss-projector samengestelde, sterrenhemel klopt mijn kinderhart met evenzoveel slagen als toen ik 8 was. Met Frieda in mijn kielzog zet ik koers naar de nerdy tempel die planetarium heet. Al op internet las ik dat de geheimen van de asteroïden ons waarschijnlijk het meest zullen fascineren dus voor nog geen 8 euro schaf ik speciaal voor deze voorstelling twee kaartjes aan. Het licht gaat uit, het Spaans start, mijn kinderhart klopt.

 

Ik voel me alsof ik midden in de oorsprong van het universum sta. De onmetelijke hoeveelheid sterren, de variatie in lichtintensiteit en het geflikker ervan blijven overal ter wereld voor het blote oog verborgen. Van sommigen van deze sterren is het licht reeds duizenden jaren onderweg voor het mijn netvlies bereikt, het beeld dus verouderd als je vasthoudt aan lineaire tijd. Ik zie een mozaïek van tijden op het gewelf boven me, oud en jong licht allemaal in één beeld. Een holistisch overzicht dat me keer op keer raakt.

 

De mevrouw met speakersetje sleept lekker door tot de woorden National Geographic in beeld verschijnen. Dat kan alleen maar iets goeds betekenen. Een prachtige film over asteroïden start, we zitten er midden in. Ruim drie kwartier later struinen we hongerig het park door. Het is zaterdagmiddag en prachtig haast lenteachtig weer. Buenos Aires wandelt, loopt hard, skeelert en doet een halfslachtige poging tot fietsen. Hoewel dit dus echt een fantastische stad is, zit op straat iets eten er helaas nog altijd niet in. Veilig en schoon genoeg hoor, daar niet van. Maar het is vlees, chips of vlees….met nog maar één tegoedbon van mijn vegetarisch geweten voor een hapje Argentijns rundvlees vallen we de green planet binnen. Met een broodje avocado en wortel-gember sapje stil ik mijn honger.

 

Vanavond gaan we dus voor steak, of liever gezegd gaat Frieda voor de beste steak van de wereld en neem ik een hapje. Als ik het daarbij kan laten….Het blijft een reis vol tegenstellingen.

 

Verstuurd vanuit mijn kindertijd