36. Argentijnse koe

Gepubliceerd op 18 januari 2021 om 08:12

“Ik zit vol”, zucht Frieda met een veegje biefstuk op haar voorhoofd. Ze heeft zich dapper door een klein pond geroosterde Argentijnse koe heen gegeten, maar deze hoeveelheden kan niemand op. Achter me schroeit een luid roepende kok, hier meer een BBQ-master, grote stukken koe aan. De wijnflessen staan hoog opgestapeld tegen de ruwe bakstenen muren, stalen balken geven dit stoere restaurant een onuitwisbare indruk. Het contrast met de keurig wit gedekte tafeltjes, het minutieus geplaatste bestek en de vele, vele wijnglazen, is prachtig. 

 

In het land van de meest malse rund ter wereld mag een hapje koe natuurlijk niet ontbreken. Net als met de cavia, zondig ik alleen met het allerbeste. Frieda zoekt op Tripadvisor naar de meeste sterretjes en toch in de buurt. Het wordt Caldén in Palermo-Soho dat iets heeeeeel anders is dan Palermo-Hollywood, waar wij wonen. Wij hadden al zo het idee dat we in een soort van  hipachtige misschien wel gay wijk waren beland. Het ernaast gelegen Palermo-Soho neemt al die twijfel weg. Zelfs de kledingwinkels hebben een eigen DJ...gelukkig is het al een beetje donker, want mijn outdoor-afritsbroek behoort hier niet tot de laatste mode.

 

Een beetje bezorgd om mijn wellicht te informele kleding stappen we achter, de niet zo spraakzame ober, tussen de strak gedekte tafels door. Argentijnse restaurants zien er gelukkig meestal sjieker uit dan hun gasten, links en rechts zie ik spijkerbroeken. En vooral ook heel, heel veel dikke buiken. De hele ruimte is gevuld met blauwe, nu lekker ruikende, walm, borden met gigantische stukken vlees kriskassen rond. 

 

De menukaart bevat minstens twintig geschroeide koe-onderdelen waar Frieda, uitsluitend met behulp van de steeds vriendelijkere ober, een keuze in kan maken. Mijn keuze betreft zalm of forel, vaag schemert het vermoeden dat Frieda wel een hapje voor me over heeft. Omdat het vlees hier kaal de keuken verlaat bestellen we er gegrilde groenten bij, de koolhydraten moeten maar wachten tot morgen. Wijn voor erbij betekent weer een enorm palet aan zeer voordelige keuzes, wat moeten Argentijnen gelukkige mensen zijn. 

 

Het blok vlees waar Frieda haar mes in zet ruikt fantastisch, het sist nog na van de hete grill. Tevreden smult ze ervan. Net als ik van mijn stoere stuk sappige zalm. De groenten lijken in zijn geheel te zijn aangeblakerd, zwarte strepen, grillsmaak zonder een zweempje van de smaak van verbrand. Gebiologeerd kijk ik naar het malse, iets rode vlees. Op deze reis zette ik mijn tanden al in kip, cavia, kip, alpaca en kip. Op een stukje kangoeroe na, at ik de afgelopen 27 jaar geen vlees. Hoe koe smaakt weet ik dus echt niet meer. Voorzichtig snij ik een kubusje af en kauw er even op, beetje taaier dan cavia maar wel lekker sappig. Na drie hapjes laat ik de rest voor Frieda. Vlees smaakt voor mij allemaal een beetje als een variatie op hetzelfde thema.

 

Als we geen pap meer kunnen zeggen, rekenen we verrassend weinig af en lopen we terug door de zachte winteravond. Thuis oefenen we melig nog wat voor onze laatste reiswens van morgen. Het zit er bijna op.

 

Verstuurd met BBQ-haar