Met een kruimelige scone en een theetje in de kleur van koffie zakken we neer in de lounge op dek 6. Hoewel Duinkerke op slechts vier autouurtjes van mijn huiskamertje ligt, voel ik me weer ver van huis. Tegen alle verwachtingen in tikken we toch Frankrijk nog heel even aan. En dat in een olympisch jaar.
Ik las het nog niet zo lang geleden ergens in het nieuws. Dat de laatste engelandvaarder was overleden, 101 jaar oud. De hoogste tijd dus dat er weer eens iemand de boot naar Engeland pakt. Regenvooruitzichten in de Alpen en een aflevering van Railaway later boekten we een enkeltje Dover. We komen wel weer terug hoor, geen idee wanneer alleen.
De snelweg van volledig Europees formaat naar hier veegt haast de buitenlandervaring onder tafel. Het is dat de googlemevrouw af en toe met vreemde klemtoon terloops ‘grensovergang’ brabbelt, anders had ik hem niet gezien. Overal dezelfde borden, dezelfde maximumsnelheid, dezelfde bumperklevers, dezelfde asfalteringswerkzaamheden op de ringweg. Voor wie haast heeft en niet houdt van veranderingen, een walhalla. De wereldreiziger in mij hunkert tegen alle verwachtingen in naar meer.
Ik had echt gedacht dat ons midwinter avontuur op het zuidelijk halfrond voldoende voeding zou zijn voor jaren. Zelfs toen we plannen maakten voor Oostenrijk fluisterde ze zachtjes dat het goed was. Even lekker op enigszins bekende grond. Niet teveel gedoe, je hebt al zoveel beleefd. Gewoon een tolvignetje op je voorruit, kaas is de koelbox en gaan. Tot de beelden van auto’s die dreven op Tiroler modderstromen…toen trokken we alle opties weer open. Samen boven de atlas wakkerde mijn reiskoorts weer aan. Ik had het kunnen weten, ik had het al als kind.
De laatste kilometers in de haven maken het de beslissing alleen al waard. Drie paspoortcontroles en twee keer de kofferbak open op een stukje niemandsland van een kleine 800 meter. Ik waan mij tussen Oost- en West-Berlijn in lang vervolgen tijden. Frieda frummelt zenuwachtig aan de paspoorthoesjes. Arrogante Franse beambten en jolige, beleefde Britse officials tussen hoge betonnen afzettingen en prikkeldraad. Ik denk terug aan de eerste keer dat ik het grote eiland bezocht. Nog net geen 19 lentes jong stak ik over vanuit Zeebrugge. Op de fiets toen niemand dat nog deed. We bonden onze stalen ros met scheepskabels aan de reling van het autodek. Een groot avontuur, maar ik herinner me geen inspectie van de fietstas.
Rijden aan de andere kant van de weg, ander geld, een andere handelsunie, andere maten, snelheden, andere gebruiken en eten. En dat allemaal vlak bij huis en ook nog in een taal die ik vloeiend spreek. Het is me een raadsel waarom we niet eerder een oversteekje waagden. Toegegeven, ik was een beetje aangebrand na de breksit. Heb ze een tijdje links laten liggen, die Britten. Het is tijd om ze weer eens op te zoeken. Onze buren.
Taxfree geschreven
Maak jouw eigen website met JouwWeb