Ik kijk nog heel even uit het raam van het Velazco Astete vliegveld van Cusco. De zon schijnt op de rode bakstenen huizen, waar altijd wel ergens rook uitkomt. Het zit er nu echt op. Zodra mijn vliegtuig steil opstijgt om een botsing met de hoge bergen te mijden, zie ik Cusco kleiner worden. Het was geweldig. Dank je wel.
Ik word 's ochtends wakker van het geluid van de stofzuiger. Hij wordt goed gebruikt. Doris en Rubén zitten met tranen in hun ogen aan het ontbijt. Het raakt me. Ik kwam aan in een verstild en stofzuigerloos huis, waar de ziel een beetje uit was. In de afgelopen weken zag ik beiden opfleuren. Doris zit met hip geknipt en geverfd kapsel aan tafel, gaat drie keer per week naar het buurthuis voor tai chi en elke ochtend klinkt er muziek door het huis waar Rubén vrolijk op danst. Op de een of andere manier heeft mijn aanwezigheid leven in de brouwerij gebracht. Ik vermoed iets met zeer besmettelijke levensvreugde. Altijd al gehad.
Op het vliegveld in Cusco heb ik zoveel tijd over dat ik nog even de zon inloop. In de verte wordt een meneer niet goed. De mevrouw naast hem wenkt mij om hulp, terwijl ze naast een geparkeerde ambulance staat en er aanzienlijk veel anderen rondlopen. Heb ik weer. Dat gebeurt me thuis ook altijd. Hij knijpt met zijn linkerhand. Ik vermoed zijn hart dus blijf er bij tot het ambulancepersoneel, dat met spoed is opgeroepen, klaar is met lunchen. Hij blijft gelukkig bij kennis. Aan boord van mijn vlucht naar Lima check ik voor de zekerheid of mijn rugzak wel aan boord is. Ik hing er zo'n snoeigoedkoop tagje van de Action aan. En dat ís me toch goed van pas gekomen. Ik kijk naar beneden over dat machtige Andesgebergte. Ik kan er geen genoeg van krijgen en toch zal ik het hiermee moeten doen.
Lima doemt mistroostig grijs op als we via zee landen. Mijn waterfles is diepingedeukt door eindelijk weer normale luchtdruk. De drie uur overstaptijd gaan vrijwel geheel op aan wachten bij de bagageband, wachten op een bagagelabel, wachten bij de bagage drop-off, wachten om je boarding pass te laten scannen, wachten bij de paspoortcontrole en wachten bij de security. Ik heb net genoeg tijd over om mijn Peruaanse geld op te maken. Mede dankzij de superhoge prijzen hier. Lima is een hele andere wereld.
Als ik de koele rust van onze blauwe nationale trots instap met een "Goedemiddag", vanuit mijn tenen, valt er een diepe rust over me heen. Het is gelukt. Als we opstijgen neem ik echt afscheid van het land waar ik altijd als eerste aanwezig was, ook al was ik te laat. Waar een zebrapad hooguit iets is om twee stoplichten met elkaar te verbinden. Waar piepkleine babietjes met rode wangen wiegen op hun moeders rug. Waar ik dag en nacht Spaans sprak, ook al was ik hondsberoerd, geïrriteerd of doodmoe. Waar men op zondag massaal fik steekt in een gortdroog bos om aardappels te poffen. Waar de kerken groot zijn en altijd open. Waar kip open en bloot achterop de pick-up truck wordt vervoerd. Waar een servetje één enkel wc-papiertje is.
Waar ik nieuwe woorden in het Spaans opzocht: ophaalbrug, rieten dak, misselijk, dat mijn kleding losser zit dan anders, activerende werkvormen, griesmeelpudding en boerenkool, spierpijn en aardschok. Waar ik uitlegde hoe je kan leven onder zeeniveau. Zoals Cusqueños me uitlegden hoe je zo dicht bij de hemel kan leven. Waar ik een nieuw perspectief innam. Waar ik meer dan ooit het verschil maakte.
Nog één quinoareepje en dan is het weer tijd voor een bruine boterham met kaas. Wat heb ik dat gemist. Het grootste geheim van reizen zit hem niet in het avontuur zelf, maar in thuiskomen ná dat avontuur. Daar kan niets, maar dan ook niets tegenop.
Geschreven boven Venezuela
Maak jouw eigen website met JouwWeb