Ik rits mijn ski-jack dicht tot onder mijn kin, wanten aan, gezicht in de zonnebrand. Het vriest een heerlijk graadje onder nul, de zon schijnt fel op mijn gezicht. De koude wind blaast op mijn blote huid als ik met een ferme trap afzet. Daar gaan we, want wij gaan op wintersport.
We doen dat wel vaker zo'n tripje naar een grote stad. En de almaar stijgende temperatuur maakt ook hierin nieuwe vrijheidsgraden los. Dus pakken wij onze fietstassen in met muts, fleece en warme thee voor een, voor ons doen gewaagde, fietsvakantie in februari. Via uitgestorven duinen fietsen we op een doordeweekse maandagmiddag naar een of ander hip hotelletje in Leiden. Onderweg de warmte en proviand precies voorradig als wij het nodig hebben.
Rozig vallen we in Latijnsamerikaanse sferen de tapas aan. Na jaren zonder blijkt men hier een vrij goed gelijkende Peruaanse ceviche én pisco sour te maken. Spaanstalige heimwee en verrukkelijk eten vermengen diep in mijn buik. Hoe kon ik zo lang zonder?
Onze hippe, functionele hotelkamer is Oostenrijks heet, compleet met dubbeldikke dekbedden uit de tijd dat het nog wel vroor dat het kraakte. Na verwoede pogingen de verwarming uit te krijgen, biedt men ons de zeer koele kamer ernaast aan. Ik slaap een diepe wintersportslaap.
Als ik ‘s ochtends de dikke, donkere gordijnen opentrek vallen dikke vlokken uit een grijze hemel. Mijn hart maakt een sprongetje, want ook Leiden blijkt sneeuwzeker! Als men de winkelstraat een beetje prepareert dan kunnen wij zo de shopping-piste op. De wachttijd voor de lift is hier gemiddeld 20 seconden. Na lang luieren, brunchen we in de volle middagzon een zeer prijzige lunch op een vol terras. Wintersport.
Nog één avondje drinken we cocktails tussen piepjonge mensen. Bouncen we mee op een hip dreuntje. Genieten we, vingeraflikkend, van ons jaarlijkse broodje V-hamburger met friet. Morgen fietsen we met de zon op ons gezicht en nul wind, terug naar huis. Best wel geinig die wintersport.
Gipsvrij geschreven
Maak jouw eigen website met JouwWeb