Zelf

Gepubliceerd op 2 april 2023 om 16:19

De palmboom voor mijn balkon ruist een nieuw lied. Tropisch klinkende vogels krijsen iets van goedemorgen. Want dat is het. Een goede morgen. Strakblauwe lucht, bijna 25 graden, de geur van koffie in mijn moderne, doch zeer antieke appartement. Dat de buren met luid geraas de afvalcontainer over de kasseitjes trekken, drukt mijn pret op generlei wijze. Want ik ben op vakantie. Met mezelf.

 

Met slechts een uurtje vertraging bereikte ik mijn schattige, 19de eeuwse appartementje en el centro de Valencia. Want ik wil natuurlijk weer meer Spaans leren. Maar als ik ratelend mijn koffertje over de kleine tegels van de straten van Valencia trek, voel ik dat ik ook iets anders leer. Iets waar in net zo hard in groei als in converseren en Español. In Zelf Doen.

 

Al in het vliegtuig biedt het universum mij weer voldoende oefenkansen als een hele, hele, dikke, vriendelijke Amerikaanse meneer naast me komt zitten. Strak tegen het raampje geduwd maken we contact. Letterlijk. Zodra hij snurkend en zwetend tegen mij aan in slaap valt en de helft van mijn plek inneemt, schud ik hem wakker. Of hij het lokaliseren van zijn ledematen tot toch tenminste ⅓ van mijn plek wil beperken. Zodat ik net zo ontspannen kan zitten als hij. Hij knikt vriendelijk voor hij vrijwel direct weer tegen me aan dommelt. Heb ik weer. 

 

Thuis helpt Frieda me altijd. Mijn grenzen aangegeven, voor mezelf opkomen, ik ben er zo ontzettend veel beter in geworden. En platgedrukt op stoel 24F, met vertragende, stakende, Franse luchtverkeersleiders op de teller, voel ik aan mijn opwellende irritatie dat er ruimte is voor groei. Dus doe ik wat Frieda zou doen. Nog geen 5 minuten later geniet ik met uitgestrekte beentjes van een stoel naast de nooduitgang. Vriendelijk lachende stewardessen brengen me extra lekkere snacks en drinken. Goede oplossing van mij, nu zit die meneer ook beter. Fijn dat ik het heb aangegeven. Aan mijn opgeruimd gemoed merk ik dat ik goed voor mezelf heb gezorgd. Mijn Vakantie. Mijn Plek.

 

Na een lange slaap vol onrustige flarden Spaans, boodschappenlijstjes en vreemde straatgeluiden, hol ik naar het park. Zonder mobiel volg ik de zoete geur van bloemen naar de plek waar Valencia hardloopt, slentert, fietst of yogaat. Strak in de zonnebrand, want de zon schijnt fel om de schaduw heen. Voor de vorm hol ik wat met de rest mee. Ik merk dat me iets anders te doen staat. Zitten. Op een bankje. Dat heb ik lang niet gedaan. 

 

Met meer rust dan ik van mezelf ken, luister ik naar het gekoer van de duiven en het ruisen van de wind, terwijl Valencia voorbij fietst, wandelt, holt. Al in januari wist ik zonder erover na te denken precies dat ik dit nodig had. Je moet het alleen nog wel doen dan. Aan beslissingskracht ontbreekt het mij vrij weinig dus hakte ik direct de benodigde knopen door om, voor mij enigszins onbegrijpelijke redenen, op dit bankje te kunnen zitten. De start van Mijn Vakantie. 


In haperend Spaans neem ik de instructies van mijn onderkomen tot me, vraag ik waar de handzeep staat in de supermarkt en beantwoord ik het grapje van de cassière bij de Alehop. Alles steevast in de voertaal, ik bespeur flinke vooruitgang. Iets met moed, een betere beheersing van het Spaans en het vermogen om mijn ruimte in te nemen. Mijn Plek. Zelf gedaan.


Geschreven in de zon