Ze fietst breed lachend over het zonovergoten plein richting huis. “Ik ben benieuwd naar je verhaal!”, roept ze over haar schouder. Na een rondleiding door de historische binnenstad van haar woonplaats, Treviso, en een paar aperolletjes nemen we afscheid. Maar niet voor lang, want we rekken dit weerzien beiden zo lang mogelijk op.
Ooit aten we samen taart bij onze oma in Amsterdam en sprongen we slootje op de kwekerij waar zij en mijn neven woonden. Toen we in de twintig waren verhuisde ze naar Italië. De afstand, onze enigzins complexe familiedynamiek en het veel te vroege overlijden van haar moeder, mijn peettante, maakten dat we elkaar lang niet zagen. Het besef van het belang van familie en benieuwdheid naar het welzijn van haar en haar broers kwam plotseling. Het zal de leeftijd zijn.
Op een herfstige dag vallen we elkaar na een slordige dertig jaar op de boerderij van mijn ouders en broer om de hals. In haar gezicht zie ik mijn tante en mijn oma terug. Het weerzien is warm en vertrouwd, ondanks de jaren die ons scheidden. Ik voel dat we familie zijn. Bij haar broertje precies hetzelfde. Geen idee waaraan precies. Terwijl wij over het verleden praten, informeert Frieda naar het Hier en Nu. Waar of dat ze precies woont in Italië en of het daar een beetje mooi is. Op weg naar huis laat mijn echtgenote zich terloops ontvallen dat ze het helemaal niet vervelend zou vinden om mijn nicht eens te bezoeken. Daar in Italië. Mocht ik dat perse willen. Ooit eens.
En zo ontstond onze Italiëreis met als middelpunt een bezoek aan haar woonplaats. Al op de weg erheen maken we plannen voor de avond. Ze kookt wel pasta, gezellig bij haar thuis. Zodra ik de drempel van haar antieke, gerestaureerde huis over stap, voelt het vertrouwd. We kletsen honderduit, blijkbaar hebben we wat in te halen. Terwijl ik stuntel met een vork en spaghetti(…), maak ik kennis met haar dochter. Bijzonder hoe iemand die ik niet eerder ontmoette toch zo eigen kan voelen. We maken het laat.
Treviso blijkt prachtig en veel rustiger dan ik had gevreesd. Zodra ik de luiken van ons appartement open, straalt de ochtendzon op mijn gezicht. Onder ons slaapkamerraam stroomt frisgroen water onder pittoreske bruggetjes door. Na een zwerftochtje door de stad, een Italiaans ijsje en wat voorbereidingen voor onze excursie van morgen, app ik of ze zin heeft in een terrasje. Binnen een half uur staat ze op het plein. We laten allebei geen kans verloren gaan.
Ze leidt ons langs de mooiste plekken van de stad tot ze opeens , “Oh, de tietenfontein!”, uitroept. Via een steegje dat uitmondt op een kleine binnenplaats bereiken we een fontein in de vorm van een anatomisch correcte damestorso. De legende wil dat er ooit rode wijn uit de rechter en witte uit de linker vloeide. Ze houdt haar mond onder het linkerstraaltje. “Het is drinkwater hoor!”, lacht ze ondeugend en eigengereid. En óf wij familie zijn.
Verstuurd met bijzondere band
Maak jouw eigen website met JouwWeb