Mannen eten geen sla

Gepubliceerd op 28 december 2018 om 23:45

Ik kan soms een beetje uit de toom vallen. Steevast getooid in outdoorkleding, altijd praktisch schoeisel, liever op de fiets door de regen dan droog in de auto, taart laat ik staan voor een bruine boterham, dol op boeken en als ik al spijbel dan is het voor feestjes. Hoewel ik mijn weg aardig heb gevonden in het leven, heb ik niet snel het gevoel ergens bij te horen. In de loop van de jaren heb ik dierbare vrienden vergaard waar ik mezelf bij kan zijn. Tot mijn grote verbazing bleken ook pubers in staat om mij het gevoel van thuis te geven. In het gewone leven in mijn nieuwbouwwijkje echter ben ik een welkome vreemdeling. Frieda niet, die was hier binnen een half jaar zo thuis dat men mij in de AH aansprak met “ben jij niet de vriendin van?” Ik woonde toen al acht jaar op deze plek….

 

Het heeft veel voordelen hoor, zo kan ik contact maken met een uiterst diverse groep mensen. Kakkers, alto’s, emo’s, eco’s, moeders, vaders, jong, oud, sportief, ziek, intellectueel en religieus. Ik kan met nagenoeg alles, het zijn allemaal kanten van mij. Maar er is een tijd geweest dat ik niets liever wilde dan erbij horen. Bij de rest. Bij de moeders op het plein die altijd gespreksstof lijken te hebben, bij de buurvrouwen in de supermarkt die hun karretje er zelfverzekerd en modieus gekleed rondrijden, bij de buurmannen die elkaar lachend op de schouders slaan tijdens de buurtbarbeque.

 

In die tijd bracht Lucinda mij de beginselen van de pilates bij in de lokale sportschool. Mijn stadse vooroordelen lieten mij geloven dat het groepje, uitsluitend vrouwelijke buurtbewoners van gemiddeld seniorenleeftijd, de laatste plaats was waar ik de door mij gewenste aansluiting zou gaan vinden. Niets bleek minder waar.

 

Ten eerste verbond onze gezamenlijke liefde voor lichamelijke inspanning en welzijn mij met deze dames. En niet onbelangrijk, sommigen bleken zo getalenteerd in de plank of de pilates-V dat ze in combinatie met hun pittige leeftijd, diepe indruk op me maakten. Een van de zeldzame gezelschappen waarin ik onverwachts niet direct de beste was. Dapper boog, strekte en flexte ik iedere maandagavond met de dames onze juf na. Tot die ene avond die alles veranderde.

 

“Ja, want mannen eten geen sla”, vertrouwt E. me toe. We overbruggen de tien minuten die we altijd allemaal te vroeg komen op de leren stoeltjes bij de entree. Tien minuten in een heerlijk, gewoon, normaal vacuüm. Tien minuten waarvoor ik me altijd rot haast om vervolgens semi-nonchalant snel de National geografic onder de tafel te proppen als een van de dames een gesprekje met me aanknoopt. E. is mijn favoriet, begin 80, fit als een hoen, zonder muts bij min vijf en altijd optimistisch. “Ja, want mannen eten geen sla”, fluistert ze mij toe als een moeder die haar dochter toespreekt. Ik besef direct dat hier waardevolle levenswijsheid wordt gedeeld. Als vrouwen onder elkaar. Ik hoor erbij.

 

Onder leiding van een nieuwe juf en inmiddels op een andere avond, ploeteren wij nog steeds week na week op onze matjes. Al tien jaar lang nagenoeg hetzelfde clubje heel bijzondere, gewone vrouwen. Voor iedereen is een plekje. Ook voor mij, want ik hoor erbij.

 

Na tien jaar eindelijk geschreven