Hardlooprondje

Gepubliceerd op 4 januari 2019 om 20:31

Mijn gympen knerpen over de kleine steentjes die men hier in Zweden op de weg strooit in plaats van zout. Ik waag me aan een hardloopje. Een mevrouw knoopt een gesprekje met me aan waaruit ik opmaak dat ze vindt dat zij, ik, of wij beiden goed bezig zijn. Ik kies voor het laatste. Tien jaar regelmatig Zweden bezoeken heeft mijn Zweeds genoeg geschaafd om een mondvol te verstaan. Iets zinvols terugzeggen zit er nog niet in, dus ik trakteer haar op een mooie bevestigende lach en groet haar in mijn beste Zweeds. De mevrouw lacht vriendelijk terug, klapt haar nordic walkingstokken uit en spurt in flink tempo van me weg.

 

Overal ter wereld spreekt men mij aan alsof ik er woon. Ik zie er blijkbaar universeel op mijn gemak uit ofzo. In New York City vragen niet alleen toeristen, maar ook locals mij de weg of de status van het OV. In Sydney vraagt men in welk deel van de stad ik woon. Zelfs in de Praxis in Wormerveer vraagt wel eens iemand of ik weet waar de kruiskopschroefjes liggen. Ik snap de verwarring wel. Thuis is waar ik ben.

 

Al hollend neem ik dit zo vertrouwde hardlooprondje in me op. Bij de grote weg naar rechts, langs het huis waar Ingvar Kamprad wel eens verbleef. Langs het ouden-van-dagen-tehuis dat verraadt dat de manier waarop Zweden omgaat met haar ouderen niet veel verschilt van die van ons. Omlaag naar die mooie geelgepleisterde kerk, rechts over het fiets-wandelpad, want in Zweden deelt het langzaamverkeer vreedzaam dezelfde zone.

 

Ik loop ongehinderd vrij. Zonder urgent tringelende elektrische fietsers, nieuwsgierige honden, een paar auto’s op de weg, slechts twee andere wandelaars. Op het nieuwe pad dat ik tegen mijn eigen verwachting in toch neem is geen kip. Het loopt het bos in dat geen bos meer is sinds hier een nieuwe woonwijk in aanbouw is. Blijkbaar wordt ook Zweden iets drukker, maar nog altijd geen kip op mijn pad. Veiligheidshalve neem ik de eerste afslag naar een paar huizen. Op een steenworp afstand van de mij zo vertrouwde straat waar mijn vriendinnen wonen verdwaal ik voor de vorm toch heel even. Alles is hier anders.

 

Ik ben dol op dit land. De blauwe lucht, de witte berken, de zwarte meren, de groene dennen, de koperrode houten huizen, de geel-blauwe verkeersborden. De zon die ‘s zomers nooit onder lijkt te gaan en ‘s winters slechts een paar uur over de horizon kruipt. De frisse, koude lucht, de ruimte, de stilte, donker dat echt donker is. Maar ook die fantastische, enorme hoeveelheid outdoorwinkels met een weergaloos assortiment fleecetruien, lang ondergoed, wintersportkleding, regenpakken, stoer schoeisel en reflecterende aanhangsels in alle vormen. Minstens de helft van mijn garderobe is van Scandinavische oorsprong. In dit land ben ik dol op winkelen.

 

Maar vandaag is het buitendag. Met een klein hardlooprondje op de teller wandelen we nog een grote ronde door weer een prachtig bos. Småland is bezaaid met groenbemoste rotsen, zacht als fluweel. In de bomen korstmossen zover het oog reikt, met blad, struikachtig, als haar hangend aan de takken. En, last but not least, de gebruikelijke WC op de parkeerplaats.

 

Op het meer drijft een laagje ijs dat erom vraagt getest te worden. Omdat door het ijs zakken op een verlaten meer bij -1 niet echt een optie is gooien we keien van divers formaat de lucht in om in verwondering het effect te bezien. Tot onze grote hilariteit steken de kleine keien met een doffe plok rechtop in het zachte ijs. Mijn meest ondeugende vriendin smijt met de grootste rots die ze kan tillen én gooien eindelijk een wakje in het ijs. Het plonsje waarmee de steen verdwijnt nodigt Frieda uit om haar na te doen. Als met veel bravoure haar steen slechts een meter van de oever door het ijs zoeft, houden ook wij het haast niet droog. Met warme koffie warmen we op in het café van het IKEA-museum.

 

Met 15.000 stappen op de teller kan alleen zelfgemaakte pizza à la Cindy het energietekort weer aanvullen. In de Willy’s supermarkt struinen we langs de schappen op zoek naar het Zweedse equivalent van mijn Hollandse ingrediënten. Bijna gooit de verkrijgbaarheid van tomatenpuree roet in het eten tot Frieda ontdekt dat dat hier in tubes wordt verkocht en niet in blikjes. Alles is hier anders. Behalve de pizza, die smaakt ook hier verrukkelijk.

 

Geschreven met volle buik

Maak jouw eigen website met JouwWeb