Het vliegveldje

Gepubliceerd op 6 januari 2019 om 16:07

Een mevrouw trekt haar postcodeloterijkoffer door de sneeuw op Smålands airport. Ze maakt een foto van de piepkleine terminal. Waarschijnlijk is zij hier ook voor het eerst. Van achter het glas kijken we naar het toestel dat ons zo huiswaarts zal brengen. Trots blauw in witte sneeuw.

 

Ik had niet zo'n goede dag tot nu toe. Afscheid van mijn beste vriendin die hier woont en ik niet. De KLM heeft ons in alle drukte opgesplitst zodat Frieda van rij 3 naar mij op rij 19 moet zwaaien en de klok op dit speelgoedvliegveldje staat prompt stil zodra ik bij de gate plaats neem.

 

Tevergeefs uit ik mijn teleurstelling over ons gesplitste gezin aan de grondstewardess. Ik reis gewoon heel graag samen met Frieda meld ik haar. Precies zoals het boek over geweldloze communicatie, dat ik aan het lezen ben, me opdraagt. Het gewenste en door het boek beloofde effect blijft uit. De baliemevrouw verontschuldigt zich nogmaals voor ze haar pogingen start om onze handbagage toch in het ruim te krijgen.

 

Teleurgesteld over deze voor mij ongelukkige combinatie van handelingen ga ik op een bankje mijn boek nog maar eens doornemen. In geval van onvervulde behoefte dien ik mezelf van de situatie terug te trekken en de benodigde empathie te schenken. Tot mijn eerlijkheid moet ik bekennen dat ik dus niet zo goed weet hoe dat moet. Ik maak een mentale aantekening dat met mijn studiegroepje vol wijze dames te bespreken. Zij weten vast wel een manier.

 

Op het bankje realiseer ik me dat ik vooral verdrietig ben omdat ik mijn lieve vriendin weer een tijd moet missen. Verder niks. Er ligt een prachtig pak sneeuw, de koffie van het warmhoudplaatje stroomt warmte door mijn lijf. Ik besluit lekker vroeg naar de gate te gaan, des te groter de kans dat mijn koffer gewoon mee kan. Ik doorbreek het patroon van netjes-wachten-totdat-anderen-opstaan-en-vervolgens-balen-dat-zij-en-niet-ik-krijgen-wat-ze-nodig-hebben.

 

Zonder een spoortje van het gebruikelijke schuldgevoel sta ik als eerste bij de gate in de rij te lezen. Zodra Frieda aansluit drukt de baliemevrouw ons twee nieuwe boarding passen in de hand. Naast elkaar in de business class. Met meer empathie dan ik nodig heb op zak schud ik haar dankbaar de hand. Ik merk dat mijn patroon er nog niet aan toe om dan ook meteen in de rij voor priority boarding te gaan staan. Vol geduld en met brede grijns wacht ik op mijn beurt.

 

Even later smikkelt Frieda van een verse kipsalade met appeltaart. Koffie uit een aardewerken kopje, servet met ring erop getekend. Het onmogelijk in te wisselen broodje kipfilet van de heenweg wordt door de knapste stewardess die ik ooit heb gezien soepeltjes omgetoverd tot een wrap met ei. Enigszins bezwaard meld ik haar nog dat we alleen maar naast elkaar wilden zitten, business class service is echt niet nodig. Maar onze stewardess, die verdacht veel van een jonge Diana Ross weg heeft, is tot mijn grote vreugde vastbesloten ons op heel veel empathie te trakteren.

 

Zij aan zij genieten Frieda en ik van onze thuisvlucht. Zoals altijd schijnt boven de wolken de zon. Veilig naast mijn vrouw laat ik mijn tranen rollen, want empathie betekent dat je gewoon heel goed voor jezelf zorgt. Als voor een passagier die business class vliegt.

 

Geschreven op 2A