A la playa

Gepubliceerd op 20 februari 2019 om 17:53

We laven ons aan de zon en agua de Valencia (letterlijk water uit Valencia). Frieda zoekt kaartjes voor de wedstrijd Celtics tegen Valencia. Op reis ben ik wel in voor een voetbalavontuurtje. Het lome gevoel dat me overvalt verraadt dat agua de Valencia veel meer dan water bevat…..

 

Maar ik ben ook gewoon gesloopt door weer een ochtend zeer intensief Spaans. Alvaro slaat het eenvoudige over door een blaadje met de gebiedende wijzen uit te delen. In het Spaans is de bevestigende versie héééél anders dan de ontkennende. Toch ben ik ook hier dankzij juf C. goed op voorbereid. Nee, Alvaro stoomt direct door naar de adviezen die je zou geven in geval van eerste date of etiquette in de paskamer.

 

Voor mij niet eenvoudig want ons wordt opgedragen vooral te benadrukken wat niet mag. Daar ben ik niet zo van. Iedere willekeurige leerling zal bevestigen dat ik vooral focus op het gedrag dat ik wel wil zien. De imperativo negativo dient echter geoefend te worden ten koste van veel energie. Wat zullen mijn leerlingen moe zijn na een dag leren. Even terug in de schoolbanken maakt mij hier nederig op attent.

 

Gelukkig sluiten we af met grappige verboden die uitsluitend gelden in ons land van herkomst. Hoewel in mijn moederland vrij veel mag, produceer ik de langste lijst. Zo mag je in Deventer niet als Sinterklaas verkleed over straat, in Meppel is het niet de bedoeling buren te bespieden (in Zwartsluis blijkbaar wel) en in heel Nederland is het officieel verboden inbrekers in het toilet op te sluiten. Waar dan wel blijft onduidelijk, leg ik uit in mijn beste Spaans. Prietpraat gaat me echter minder goed af in alle vijf de talen die ik inmiddels spreek. Wellicht ligt hier een deel van de oorzaak dat ik veel beter schrijf dan spreek in de taal die ik nu oefen.

 

Geheel in stijl met mijn jeugdige studiegroep vertrek ik direct na de les richting het strand. De juiste metro kiezen, kaartje kopen, alles doen we in de lokale taal. Mijn vermoeide hoofd kletst Spaans en Nederlands door elkaar. Stug zoek ik ieder, voor mij onbekend, woord op zodat ik het direct kan toepassen. Met succes.

 

Het strand is geel, de zee is blauw. Prachtig, zonnig, licht briesje. Wuivende palmen voor geelgepleisterde torens met appartementen. Ongetwijfeld helemaal geweldig als je ervan houdt. Opeens is de voertaal Engels en het eten ook. Met een vinkje achter de actie: vamos a la playa (laten we naar het strand gaan) stappen we achter de toeristische boulevard een schattig hostelachtig tentje binnen. Terras met zon, uitzicht op de straat, een heerlijke couscous salade en een serveerster die gewoon Spaans spreekt.

 

Op de terugweg volgen we het langgerekte park, Jardín del Turia, tot aan thuis. Dat lijkt heel erg op een drooggevallen rivierbedding, en dat is het ook. Compleet met kademuren en bruggen. Ooit overstroomde de rivier de Turia net een keer te vaak dus besloot Valencia haar loop voorgoed te veranderen. In de kilometers lange geul die achterbleef legde men een prachtig park aan met sportvelden, fietspaden en fitnesstoestellen. Net als in een echte rivier is het aantal trappetjes eruit beperkt. We lopen de ‘onze’ al kletsend uiteraard voorbij.

 

Eenmaal onderuit op de bank in ons appartement prijs ik me gelukkig dat Spanje superlaat dineert. Effies bijkomen….

 

Geschreven onder het genot van een sinasappeltje