De toko

Gepubliceerd op 21 februari 2019 om 22:27

Uitgeteld bestel ik een kannetje sangría. Een klein prietpraatje met de serveerster zit er nog net in. Voor Frieda ga ik na wat de biodiversiteit in de paella met zeevruchten precies is. Ondanks mijn vermoeidheid ligt mijn drempel om Spaans te spreken laag. Vreemd, want ik produceer zinnen die ik een half jaar geleden ook al in huis had. Het verschil zit hem in het vertrouwen dat ik nu het antwoord ook kan verstaan. Ik maak grote sprongen.

 

Gisteravond wisten we eindelijk restaurant Okay Lah te bereiken. Reeds vier dagen staat Google maps op deze eindbestemming, maar zoals vaak met ons lopen we steeds tegen een andere culinair avontuur aan. Nu niet. We stappen het witte tentje, dat eruit ziet als een sushibar, in. Aan één woord van de eigenaresse heb ik genoeg. Dit zijn Nederlanders.

 

Okay Lah blijkt een Aziatisch fusion tentje te zijn dat nog het meest lijkt op de toko op het pleintje thuis. Met Rotterdams accent heet men ons welkom in een ruime keuze aan topgerechten uit Azië en Suriname. Het personeel bestaat uit een allegaartje, van alle windhoeken, aangewaaide Nederlanders die geen van allen een woord Spaans spreken. In ruil voor fantastisch eten, tip ik ze de beste manier om Spaans te leren. Gewoon om de hoek bij Taronja. Met volle buik en afgetankt qua Nederlands zwaait men ons na. We zijn altijd welkom als we honger hebben.

 

De middagles vandaag wordt verzorgd door Antonio die het snelste Spaans spreekt van de hele wereld. Even twijfel ik of ik dit ga trekken, maar opeens versta ik wat hij zegt. Tenminste, ongeveer 75 procent, dat blijkt meer dan genoeg, want niet alles wat hij zegt is even relevant. Antonio neemt echter wel ruim de tijd om met iedereen een praatje te maken zodat ook ik weer maximaal kan oefenen. De grammatica is zoals gebruikelijk poepie-simpel, de toepassing ervan in mijn voertaal mega-ingewikkeld. Niets laat ik echter liggen. Na 3,5 uur Antonio kan ik in vijf talen geen pap meer zeggen.

 

Met Frieda struin ik doelloos wat kledingwinkels af. Zij zoekt kleding, ik leer Spaans, want de winkels hangen vol nieuwe woorden. In een warenhuis a la V&D blijf ik lang onder de aanwijsbordjes staan. Zapateria infantil, peleteria, lenceria, pesca&caza, hier zijn zoveel specialisaties in één warenhuis. Haast meer dan mijn zeer uitgebreide Nederlandse vocabulair aankan. Frieda gunt me rustig de tijd mijn woordenschat te vergroten door alle verdiepingen met me te verkennen.

 

Voor we weer een traditionele paella meester maken, happen we wortel-ui-kroketjes weg. Hutspot in een korstje dus...onverwachts lekker. Net als de paella met zeevruchten waar Frieda, geheel tegen mijn verwachting in, voor kiest. De serveerster die ons herkent van eergisteren adresseert ons, in tegenstelling tot de andere gasten, direct hartelijk in het Spaans. Een groter compliment kan ze mij niet maken.

 

Geschreven met grote woordenschat