Superheld

Gepubliceerd op 31 maart 2019 om 10:28

Moe en voldaan dommel ik wat naast Frieda in de auto. Het was een inspirerende, intensieve, hartverwarmende dag. Vandaag trok ik de hele dag op met een superheld.

 

Nog voor ik 's ochtends beneden ben, hoor ik mijn jongste nichtje al informeren naar mijn geschatte aankomsttijd. Eenmaal in de woonkamer doe ik net of ik het luid giechelende, in Mega Mindy-pak gestoken kleutertje onder de salontafel niet zie. Als ik haar plots aan haar voetjes uit haar schuilplaats vandaan gris, gilt een superheldje me ondersteboven van plezier toe.

 

Afgelopen week besloot zij dat het tijd was haar stalen ros balancerend op twee wielen te berijden. Dus vroeg ze opa de zijwieltjes van haar roze fietsje af te schroeven, teneinde zich deze kunst eigen te maken. Op de eerste 50 meter valt ze 43 keer om, rijdt ze vier keer in de heg en mist ze op een haar na de pruimenboom. Opa en haar moeder opperen voorzichtig dat het wellicht genoeg is even, voor nu.

 

Vastberaden als een superheld zet ze door. Als opa van de kapper terug komt, valt ze slechts vier keer op het tuinpad en kan ze een kwart bochtje draaien voor ze in de struiken belandt. Vandaag fietst ze trots heen en weer over de oprit, haar gele capeje en blonde haar wapperend achter haar aan. Soepel laveert ze om Frieda heen voor ze, dit keer slechts zachtjes, tegen de hond aan botst. Remmen doet ze door haar schoenzolen aan het onverharde pad te slijten en voor de start heeft ze een klein zetje nodig. Details die ze van de week ongetwijfeld zal bijschaven en die haar enthousiasme alleen maar lijken aan te wakkeren.

 

Wat bewonder ik mijn nichtje. Niet alleen om haar fietskunsten, maar om de geweldige hoeveel fouten die zij zichzelf toestaat tijdens het leren van iets nieuws. Zij ziet al haar valpartijen niet eens als fouten. Voor haar zijn het gewoon aanwijzingen dat wat ze wil nog niet helemaal lukt. Ondertussen toont ze trots wat ze al wel kan. Waar zou ik toe in staat zijn als ik die superkracht (nog) zou bezitten?

 

Gedurende het harde werken op de boerderij van mijn ouders draagt ze, zoals het een superheld betaamt, haar steentje bij. Bezorgd vraagt ze of mijn rood aangelopen gezicht het gevolg is van dorst en biedt me een slokje van haar ice-tea aan. Opa krijgt de helft van haar chipjes en ze zingt ons liedjes toe, terwijl ze meelift in mijn lege kruiwagen. In volledig uniform bezoekt ze met oma de supermarkt. Superheldinnen moeten ook gewoon boodschappen doen. Haar gele capeje wappert de hele dag voor me uit. Ik krijg superheldenzorg.

 

Tijdens de lunch legoot ze nog even een glijbaantje en kaptafeltje zonder beschrijving in elkaar om er vervolgens met Frieda mee te spelen. Terwijl ik met rammelende maag een broodje weg kauw hoor ik naast me: “I can knip her hair.” Kan ze nog Engels ook! Ik kan mijn lachen nauwelijks inhouden om de serieuze, schattige dialoog die zich naast me afspeelt. Frieda, die een stuk volwassener omgaat met kleuters, spreekt dit piepjonge mens in perfect Engels toe. Mega Mindy antwoordt passend en ontspannen in de gevraagde taal, pragmatisch vermengd met Nederlands. Het gaat om wat je kan, niet om wat nog ontbreekt. Waar ben ik die ontwapenende, moedige kwetsbaarheid kwijtgeraakt?

 

Onvermoeibaar neemt de geel-roze superheldin ons ter afsluiting van de dag mee voor een wandelingetje in het park. We zingen het spoken-griezellied voor de duizendste keer op haar verzoek. Net als ik, krijgt ook zij er er geen genoeg van. Wegens schorre keel laat ik K3 haar uit mijn mobiel toezingen. Ze luistert stil en aandachtig naar haar favoriete nummer om me vervolgens te vertellen hoe mooi ze dat nummer altijd vindt. Vol verwondering zie ik haar met weer nieuwe ogen.

 

Terwijl ze daar zo loopt in de lenteavond in haar superheldinnenpak zie ik een glimp van de volwassene die ze ooit zal zijn. Eigengereid, zelfbewust en beweeglijk. Ze kijkt naar me op en zegt: “Ik ben Mega-Mindy en jij bent Mega-Cindy.” Supernichtje en supertante, wat een team.

 

Met verwondering geschreven