Ibiza

Gepubliceerd op 24 april 2019 om 16:04

Terwijl ik de lekkerste focaccia en olijven weg smul blaast de harde wind de laatste wolken weg. Met een hip lounge dreuntje en een verrukkelijke gin-tonic met sinaasappel en kaneel, begint de charme van Ibiza langzaam tot me door te dringen.

 

Het was geen liefde op het eerste gezicht, moet ik bekennen. Toen Frieda optimistisch nogmaals een poging deed mij naar een zonnig Spaans strandeiland te krijgen, leek het mij om onduidelijke redenen een goed idee. Tegenwoordig zeg ik geheel tot mijn eigen verrassing vaak ja waar ik eerder nee zei. Wel naar het rustige stuk uiteraard, wie mij goed kent, dicht mij geen hippe clubbing toe.

 

Het late bericht dat vlak voor ons rustiek gelegen appartement plots een bouwputje was geopend, sloeg mij even uit het veld. Waarom ook alweer Ibiza? De belofte dat men uitsluitend na 10 uur 's ochtends zou hameren nam ik met grote korrel zout. Spanjaarden zijn hartelijk en vriendelijk, maar niet van de klok. Met onderhandelingen in stevig Nederlands en vriendelijk Spaans regelde ik een hopelijk beter alternatief.

 

Met een koffer vol oordoppen rol ik naar de parkeergarage waar onze huurauto ons opwacht. Vóór ons weer een bekende Nederlander die ik niet ken. Dat maakt haar niet uit. Ze praat luid en probeert de straat te vullen. Een onmogelijke opgave in het bijzijn van mijn echtgenote die van nature alle ruimtes vult. Tot onze grote schik blijkt onze ‘mini’ auto van het formaat groter-dan-onze-middenklasser-thuis. Geheel onnodig en waarschijnlijk een goedmakertje van onze reisorganisatie dat Frieda behendig door de smalle paden van de garage stuurt.

 

Ibiza is vreemd. Palmbomen, harde wind, bewolkt. De voertaal een mix van Engels en Nederlands. Om Spaanse conversatie moet ik vragen, net als om een Spaanse menukaart. Heerlijk uitgestorven is het in deze tijd van het jaar. De etensporties zijn van poppeformaat, de prijs en de cocktails niet. Onze auto staat 1000 sportieve stappen ver weg in dit toeristische San Antoni. Weer water uit de fles, daar gaat mijn goede plastic voornemen.

 

Ons hotel echter een oase Spaanse vriendelijkheid. Niets is men hier teveel. Zoals het hoort word ik hier onderworpen aan Español más rapido. Ik voeg het woord waterkoker toe aan mijn vocabulair, evenals lekkende afvoer. Een zacht, schoon bed met uitzicht op de Middellandse zee, wuivende palmen en supersnel WiFi. Dat we vlak voor het slapen gaan nog even van kamer wisselen wegens defecte airco incasseren we sportief. Met koud voorhoofd en het geruis van de zee slapen we als roosjes.

 

Geschreven op een volbewoond eiland






Maak jouw eigen website met JouwWeb