Trakai

Gepubliceerd op 4 augustus 2019 om 21:59

Van linker naar rechter horizon strekt een volledige regenboog zich uit over beide oevers van de Neries. Hij verschijnt precies als wij over de brug lopen. Gelukkig maar dat het regent terwijl de zon schijnt, dat geeft wel zulke mooie selfies. En ons haar krult er ook zo schattig van.

 

Het regenloze deel van deze dag brengen we door op een, voor de Litouwse geschiedenis zeer doorslaggevende locatie. Trakai. Op de heenweg kletst gids Helena in het mini-toeristenbusje een uur in een kwartier. Over de van staatswege verstrekte Sovjetflats langs de weg en de eerste stapjes van Litouwen op weg naar privatisering van eigendommen, in de ‘terrible nineties’. Over de gedecimeerde Joodse bevolking in Vilnius. Over de roerige, lange, zeer imposante historie van deze republiek.

 

Ooit gesticht in de 12de eeuw, kwam de boel flink op stoom toen grootvorst Gediminas zich er in de loop van dertienhonderd-zoveel, mee begon te bemoeien. Een gigantisch rijk dat zich uitstrekte tot aan de Zwarte zee was het resultaat. De zuidelijkste Baltische staat was bepaald geen poppelandje. Het is ergens rond deze tijd geweest dat men het kasteel, of liever gezegd de burcht, van Trakai optrok om de zoveelste kruistocht weerstand te bieden. Litouwers verruilden uiteindelijk toch pragmatisch hun polytheïstische natuurreligie voor het christendom om een nog veel grotere alliantie met Polen te vormen. Trakai raakte in verval.

 

Helena, kletst overzichtelijk in 35 minuten een heel uittreksel Litouwse geschiedenis door de bus. Na het uitdoven van de Pools-Litouwse gemenebest aan het einde van de 18de eeuw viel het hele zwikkie alsnog in Russische handen. Pas toen de Romanov dynastie in 1917 aan haar einde kwam, zag Litouwen kans om de onafhankelijkheid opnieuw uit te roepen. Het zou tot 1991 duren voordat die ook effectief werd. Afwisselend Poolse, Duitse en Russische overheersingen domineerden de 20ste eeuw hier.

 

Ondanks dat werden de ruïnes van Trakai door de lokale bevolking steen voor steen opgebouwd tot het ontzagwekkend krachtige bouwwerk dat het ooit was. Geen bezetter verhinderde dat Litouwen de fundamenten van een machtig rijk weer uitbouwde tot een compleet kasteel, een symbool van nationale trots. In Litouwers die ik spreek gloeit altijd dat vlammetje wereldgeschiedenis, dit is geen verslagen volk.

 

Tussen de vele toeristen en de druk kwebbelende Helena, neem ik rustig de tijd om met mijn hand op de koele stenen contact te maken met lang vervlogen tijden. Als ik mijn ogen sluit hoor ik het geluid van ridders die in hun harnassen langs de wenteltrap naar het binnenplein hollen. De gezelligheid bij het warme haardvuur in de eetzaal, aan lange tafels, proostende mannen met baarden. De kilte van de strenge winters en ongenadige lijfstraffen. Voor maximale fotobeleving stap ik een strafkooitje op wieltjes in. Mijn vader moet later die avond mijn nichtje geruststellen dat tante Cindy voor de grap en geheel vrijwillig met een zielig gezicht in een houten kooi staat….

 

Als we de loopbandjes in de fitnessruimte van ons hotel warmdraaien zien we pas dat het regent. Komt dat even mooi uit. Frisgedoucht stappen we een dik uur later richting Vietnamees restaurant ‘witte rijst’ dat we geheel simultaan op de terugweg vanuit de toeristenbus hebben gespot. We eten verrukkelijk, verschrikkelijk veel. Vanmiddag in Trakai aten we alleen een traditionele kibinas, brooddeeg met hartige vulling, de middeleeuwse versie van een bapao. De serveerster lacht als we nóg een keer spring rolls bestellen. Vilnius bruist en golft van energie, en ik ook.

 

Geschreven terwijl Frieda voetbal kijkt