Steppen

Gepubliceerd op 6 augustus 2019 om 21:10

Het is jaren geleden dat ik er eentje uitprobeerde. Ik kan niet ouder dan zes zijn geweest. In het Nederland van de jaren zeventig waren ze niet bijzonder populair ook, maar ik had er wel eentje. Een rood tweedehandsje met luchtbanden, een schorre bel en een remmetje op het achterwiel. Vandaag, na 40 jaar, stap ik er weer op. Op de step.

 

Na weken schichtig omkijken op de trottoirs van de Finse en Baltische metropolen, is het onze beurt om voetgangers op te jagen. Wij bestijgen de elektrische step. Het huren ervan bestaat uit de app downloaden, step zoeken, QR-code scannen en wegrijden. Zodra we ons hotel verlaten blijkt dat de uitdaging niet uitsluitend in de laatste stap ligt. De stepjes mogen overal in de stad worden achtergelaten waardoor het treffen van twee, opgeladen, beschikbare exemplaren minder eenvoudig is dan het lijkt.

 

Als ik tevergeefs twee vrijstaande tweewielers scan die blijkbaar tot een héééél ander systeem behoren, voel ik me maximaal een poldergrietje dat in de trein naar het stopknopje zoekt. Maar ook deze horde nemen we sportief. Binnen vijf minuten stuiten we op twee glimmende, rode stepjes. Mijn kinderhart maakt een sprongetje, er zit zelfs een bel op. De schriftelijke, online cursus hoe-een-elektrische-step-te-besturen die ik gisteren in het Litouws (….) volgde blijkt ternauwernood voldoende. Laten we het erop houden dat de plaatjes erg duidelijk waren. Aan het stuur twee knoppen, links de rode rem en een rechts het groene gas.

 

Frieda droomt van vallen zonder opstaan, heeft visioenen van gebroken botten en speciaal ondanks zonnig weer, een lange broek aangetrokken. Dus ik mag eerst. Ik lees de tekst onder de gashendel “Kick en go”. Veels te ingewikkeld voor mijn taalnuances, dit kan zowel betekenen dat ik moet afzetten of dat ik de handel een zwieper moet geven. Ik besluit tot een combinatie van beiden en schiet als in de rug geduwd vooruit. Hij doet het! Met een haperend bochtje met voetje aan de vloer parkeer ik trots naast Frieda. Dat was leuk, of ze ook een rondje wil.

 

Mijn echtgenote heeft de kunst echter allang afgekeken en huurt een eigen stepje om er vervolgens als volleerd stepster achtjes mee te draaien. “Zullen we een stukje rijden?”, hoor ik nog net in flarden wegvliegen als ze richting de rivier spurt. Die eerste angst heeft kort geduurd… blijkt ook als ik haar in de verte zie rijden over de boulevard. Met blosjes komt ze terugrijden om me te melden dat ze net 24 heeft gereden. Harder ging ie niet. Ik hou het lauwtjes bij een snelheid van 17 km/uur, met die kantelende step van de dronken dames in Helsinki op het netvlies gebrand. 

 

Maar over het gladde plaveisel van het rustige, ononderbroken jaagpad gooi ik ook mijn haar even los en trek de gashendel van het stepje helemaal open. Met witte knokkeltjes voel ik de wind in mijn gezicht, de stoep raast onder me door. Dit is best geinig. Bij de onverharde weg draaien we veilig om, als we terug zijn hebben we een streepje van de accu leeggereden. Met een pirouetje op het plein voor de kathedraal sluiten we ons stepavontuur af. Midden op straat laten we ze achter, precies zoals het hoort.

 

Voor onze laatste dag in de Baltische staten was ons regen voorspeld dat uiteindelijk alleen even neerplonst als we een pre-dinner dutje doen. Uitgerust hollen we wat beweging bij elkaar in de sportschool. Morgen bussen en varen we naar Stockholm en in het verleden behaalde rendementen laten een rechtevenredig verband zien tussen de groen-gele ziekte en lichamelijke inspanning aan boord. Met een pizza, een nu nog betaalbare cocktail en een wandeling bij ondergaande zomerzon neem ik afscheid van het heerlijke Vilnius. 

 

Geschreven met de kramp nog in de handjes

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb