De grote oversteek

Gepubliceerd op 8 augustus 2019 om 09:08

Op de oevers van de Dvina glijdt Riga langzaam aan me voorbij. In de skybar op dek 10 van de Isabelle klinkt een zachte loungedreun. Mijn tandenborstel laadt op in een snoezig hutje op dek 2. Vier slaapplaatsen, een wc, douche, kaptafel, garderobe, nachtkastje en een foto met uitzicht, op slechts 8,1 vierkante meter. Dat moet een Zweeds ontwerp zijn. 

 

De scheepsradio wordt druk gebruikt om de verkoop van de laatste bingokaarten aan te kondigen. Dit is geen suf schip. Dus met onze zakken vol gembersnoep gaan we op ontdekkingstocht om direct in de skybar te stranden wegens prachtig uitzicht, live klassieke gitaarmuziek en koud bier. Een combinatie die mijn melancholie kortdurend aanwakkert, want ik neem afscheid van drie hele bijzondere landen.

 

Landen met op het eerste gezicht norse, stugge mensen die allesbehalve dat blijken te zijn als je ze een vraag stelt. Wie de Engelse taal niet machtig is loopt zonder iets te zeggen van je weg om trots terug te keren met de ene collega die jou wel kan verstaan. De supermarkten gevuld met verpakkingen waarop in vijf voor mij onbekende talen de voor mij tot op heden onbekende ingrediënten staan vermeld. Waar het Russisch onbedoeld de onderlinge saamhorigheid nog altijd versterkt. 

 

Drie landen die in cultuur, taal en religie zoveel van elkaar verschillen dat het bewondering verdient dat ze ooit de handen ineen hebben geslagen. Het welvarende, technologisch geavanceerde Estland, het rommelige, hartelijke Letland en een het moderne, trotse Litouwen. Met allemaal een geschiedenis die net als die van Nederland gevuld is met vallen en opstaan. Landen waarvan ik plechtig beloof dat ik ze nooit meer door zal halen. 

 

Dus giechel ik nog een laatste keer als de buschauffeur ‘Loeksexpress’ zegt als hij de Russische versie van zijn welkomstpraatje houdt. Lopen we nog een keer door de straten van Riga naar de haven. Struinen weer nog één keer de supermarkt af voor dat ene heerlijke drankje. Luister ik alvast met weemoed naar dat slepende Engels ontdaan van alle lidwoorden. Aanschouw ik weer die mengelmoes van moderne en antieke trams en bussen. Het zichtbare verschil in levensstandaard als we opnieuw Letland binnenrijden. Prijs ik me nog eens gelukkig dat ik niet in zo'n aan elkaar gelijmde Sovjetflat mijn leven lang op 52 vierkante hoef door te brengen. 

 

Op naar het vertrouwde Zweden, waar we weer hand in hand over straat kunnen als we dat willen. Waar we niet met de euro kunnen betalen. Waar we de drank überhaupt niet kunnen betalen. Ieder voordeel heb zijn nadeel. Je kan niet alles hebben, zou ik ook niet willen. Past niet in de rugzak…..

 

Geschreven op de Golf van Riga