70

Gepubliceerd op 9 september 2019 om 19:18

“Drrrrrrrraf!”. Met de dentale R, die precies klinkt zoals die van haar vader, spoort mijn kleinste nichtje haar pony, Elsa, aan tot een schattig drafje. Haar blauwe helmpje schudt op haar hoofd terwijl ze het uitgilt van plezier. Voorbijganger lachen hun mooiste lach bij de aanblik van de kleine Elsa die compleet met eenhoorn en schaterende amazone voorbij hobbelt. Kan die kleine opeens ook al paardrijden...Wanneer heeft ze dat nou weer geleerd?

 

De edele kunst van het fietsen beheerst ze inmiddels zo goed dat ze zelfs op haar paard af en toe haar hand uitsteekt om een verandering van richting aan te geven. Tenminste, de geplande bochten, want Elsa volgt af en toe geheel naar eigen inzicht een route recht de berm in. Tot drie keer toe manoeuvreert mijn nichtje haar shetlandertje weer het pad op tot Elsa een rechte koers richting het bos inzet. Lichte paniek klinkt in haar stem als ze de naam van haar grote zus uitroept. Vakkundig, beheerst en met de nodige pubernonchalance trekt de oudste haar zusje met pony en al uit het bos. Ik sta verbaasd te kijken naar haar daadkracht. Ik zou niet verder komen dan mijn broer of 112 bellen. Dieren da’s niks voor mij.

 

‘s Avonds zingen we om het hardst voor mijn vader, die dit weekend zijn 70ste verjaardag viert. Met rode hoofden blazen we de ballonnen op die mijn neefje die middag heeft uitgezocht. Als beloning voor zijn hulp trakteer ik ons op een ijsje. Na zorgvuldig alle smaken tegen elkaar te hebben afgewogen, kiest hij voor ‘pink princess’ waar hij vervolgens uitbundig van smult. Tot onze grote opluchting kan de jongste telg nog niet tot 70 tellen dus het uitblazen van de (5) kaarsjes redden we nog net. Bij de borrel holt ze driftig rondjes met haar zelfgesmeerde toastjes. Met nog volle mond pak ik een vreemd uitziend stapeltje met smeerkaas op elkaar geplakte crackertjes. “Da’s een big mac”, zegt ze trots. Als ik nog eens goed kijk zie ik er een suikerspekje tussen liggen, ze heeft aan iedereen gedacht. 

 

“Muis!”, roept mijn moeder. Als ik de garage in hol zie ik mijn familie aan de grond genageld kijken naar de pootjes die spartelen uit de bek van de kleine Jens. Gevangen in het spanningsveld tussen de knuffelbare, jonge Jack Russelpup en die spartelende muis komt mijn moeder niet verder dan wat zinloze commando’s aangaande de muis die Jens nog niet begrijpt. Voor een bioloog heb ik verrassend weinig kennis van het hondendieet, maar ik heb zo het idee dat een muis niet perse de eerste keus voor een kleine pup is. Tevergeefs mor ik wat aan de muis tot Jens na een angstige gghhh, diep slikt en tevreden zijn snuit aflikt. Ik til hem op tot ooghoogte, vrolijk kwispelend kijkt hij me aan. Ik vrees dat hij me mag.

 

Wie mij goed kent weet dat ik niet veel met honden heb, maar voor de kleine Jens moet ik mogelijk een uitzondering maken. Gedurende de hele zondag dat ik op hem pas, doet hij verwoede pogingen mij voor zich te winnen. Hij kijkt uren zoetjes formule 1 samen met mijn jarige vader, graaft samen met mijn moeder het onkruid uit de tuin, rent de kamer rond met een botje, omhelst speels de buurkat en valt soms plots midden in zijn bezigheden in slaap. Jens voelt goed aan dat ik meer overtuiging nodig heb dus zit hij op het hoekje van de bank te kwispelen als ik met boodschappentas terugkeer in huis. Voor de zekerheid likt hij nog wat aan mijn sokken, dat ik het even weet dat hij me lief vindt. We sturen een selfie naar mijn nichtje zodat ze met een gerust hart kan genieten van haar pretparkdag, wetende dat Jens het naar zijn zin heeft. Die ochtend nog heeft ze snel haar pluchen speelgoedmuis in de kast van haar poppenhuis verstopt. Je weet het maar nooit…

 

Mijn vader geniet van ons kakelbonte gezelschap vanuit zijn luie stoel. De kleine Jens wordt net als alle andere kleurrijke uitbreidingen op ons gezin onbevangen door hem verwelkomd. In die ruimte ontdekken we hoe je een shetlander bestuurt, hoe een muis smaakt, hulp vragen en bieden, creatief te zijn met toastjes, hoe de ballonnen van de HEMA wél opgeblazen moeten worden, knalroze ijs eten M/V, dat honden soms wel schattig zijn, maar vooral dat we onszelf mogen zijn. Het geheim zit hem soms juist in iets níet doen.

 

Deze familie wordt mede mogelijk gemaakt door mijn vader

Maak jouw eigen website met JouwWeb