De verandering

Gepubliceerd op 10 februari 2020 om 22:35

In oranje en rood stijgt de zon langzaam boven de horizon als ik richting school stap. Ondanks druk verkeer dat de hele nacht doordendert, heb ik vast en diep geslapen. Misschien dat de rioja, die ik dankzij de geleende kurkentrekker van het naburige restaurant, toch wist te openen, daaraan enigszins heeft bijgedragen. Ter verdediging voer ik aan dat ik alle conversatie aangaande keukengerei, in keurige Spaanse volzinnen voer. Alert dartel ik naar Taronja escuela waar ik hopelijk vandaag mijn Spaans weer een beetje beter leer beheersen. 

 

Aan het redelijke gemak waarin ik gesprekken hier start, merk ik dat ik er beter in ben geworden. In Spaans. Dat heb ik dus normaliter niet zo door. Mijn juf blijft er beter in dan ik en verder heb ik thuis niet veel in deze taal te kletsen. Mijn spreekvloed blijft dan ook schromelijk achter op mijn beheersing van grammatica, lezen en schrijven. Dus stuurde ik mezelf op een cursus waarvan ik me herinner dat die me flink uit mijn comfortzone trok.

 

Zoals overal ter wereld, stap ik ook hier weer als eerste binnen. Zeker nu mijn, meer relaxte wederhelft, ontbreekt. Als we na een kwartiertje compleet zijn, volgt een welkomstpraatje dat ik tot mijn grote verbazing, geheel versta. Mijn echte lessen starten pas 's middags dus sta ik nog voor openingstijd al voor de supermercado. Een hele nieuwe ervaring, net als het lokaliseren van de supermarkt zelf in het megalomaan grote winkelcentrum.

 

Na een pequeña siëstaatje trek ik weer iets te vroeg de straten in. Licht gespannen tel ik de mandarijnenbomen in het Spaans. Effies de goede neuronen activeren helpt me, weet ik na een paar decennia studeren. Het eerste uurtje extra conversatie gaat me dan ook goed af ondanks het piepjonge onderwerp, gaming. Mijn profesora thuis weet als geen ander dat ik vrij kieskeurig kan zijn qua gespreksonderwerp. Prietpraat zwijg ik in vele talen, goede voornemens maak ik niet en heel vaak heb ik geen mening. Ik vind er soms gewoon niets van.

 

Waar ik wel graag over klets, vergt superveel beheersing van, mij grotendeels nog onbekende, nuances en de exotische subjuntivo. Een werkwoordsvorm om dat wat kan zijn, maar er nog niet is of misschien ook nooit zal zijn, te omschrijven. Een van de moeilijkste dingen die ik ooit leerde dus ook een van de leukste. Met een pittige maatschappelijke discussie over gaming, zet ik mijn nuances weer op scherp. Zo scherp dat ik eenmaal in de echte les mijn natuurlijke neiging op mijn tong te bijten, eens niet weersta en lekker alle antwoorden door het lokaaltje roep.

 

Al in de eerste pauze plukt het hoofd me uit de les om me naar een iets gevorderd klasje te brengen. Nog voordat ik me ergerde of erom hoefde te vragen. Hmmm, dat is ook nieuw. Naarstig zoek ik naar de effectieve karakteristieken van mijn gedrag. Dat ik me een keer niet kleiner heb voor hen gedaan dan ik ben. Zoiets moet het zijn. 

 

Niet te vroeg gejuicht, want mijn nieuwe studiegenoten houden een, voor mij, weinig comfortabel tempo aan. De rest van de middag meng ik me in een verbale verhandeling aangaande diverse misdaden, teneinde me ook het criminele vocabulair eigen te maken. Weer wat anders dan gamen…. Dit keer versta ik slechts de helft wat volgens profesor Angel-Maria precies de goede hoeveelheid is. Ik wil hem graag geloven.

 

Met mijn hoofd nog maximaal in Spaanse leerstand, zwerf ik licht gedesoriënteerd wat door het centrum. Het begin van de zwoele winteravond koelt net genoeg af om mijn vestje weer aan te kunnen. Mijn jas wacht ongebruikt in mijn hotel tot mijn terugkeer naar Nederland. Om de spanning van weer alleen ergens te gaan eten een beetje te verlichten, winkel ik eerst een met pluche bedekt unicorn boekje voor mijn bijna jarige nichtje binnen. Bij de kassa vertaal ik de Spaanse aanwijzingen van de kassajuffrouw voor een stel lodderig kijkende Hollandse meiden. Dankbaar vertrekken ze met het kassakoopje dat ze inderdaad graag wilden hebben.

 

Zonder plan dwaal ik verder tot mijn ooghoek een prachtig, rustig steegje met knus terras tussen sinasappelbomen opmerkt. De gaskachels branden genoeg warmte om zonder jas mijn tapas in de open lucht te genieten. Ontspannen kijk ik langs de sinasappels omhoog langs geelverlichte, oude stadsmuren. Kauwend op ontzettend lekkere gegrilde groenten, neem ik de lesstof van vandaag nog eens door. Ik kan best alleen uit eten.

 

Thuis in mijn hotel blijkt mijn kamer weer spanningsloos, omdat de  schoonmaakmevrouw mijn kaartje uit de hoofdschakelaar heeft verwijderd. In blijkbaar voldoende begrijpelijk Spaans weet ik de receptioniste duidelijk te maken dat ik snap dat dit ter besparing van onnodig energieverbruik dient, maar dat mijn tandenborstel niet oplaadt als er geen stroom op staat. Vriendelijk ratelend typt ze wat aanwijzingen in haar computer voordat ze me een nieuw kaartje geeft en me een goede nacht wenst. Ik heb het meeste verstaan. Er is iets nieuws aan me waar ik best aan kan wennen.

 

Geschreven op dag 2