La fiesta de paella

Gepubliceerd op 12 februari 2020 om 22:06

Onder het genot van tapas en sangría maak ik mijn huiswerk en de extra oefeningen waar ik vandaag om heb gevraagd. Het nuttige laat zich heel goed verenigen met het aangename alhier. Vandaag discussieerde ik allerminst foutloos over stigmatiserende grapjes alvorens me het vocabulaire der auto-onderdelen eigen te maken. In het Nederlands niks aan, maar in het Spaans best geinig. Ik begin er lekker in te komen, in de taal en het alleenzijn.

 

Volgens heerlijk Spaans rooster was ik de eerste uren vandaag vrij. Niet verkeerd want gisteren was het wekelijkse Fiesta de Paella. Taronja escuela organiseert dagelijks sociale activiteiten die muy goedkoop zijn, bij voorkeur met eten, drank of beiden te maken hebben en tot de late uurtjes voortduren. Dus slenter ik nog een extra rondje met het, die middag voor 2 euro aangeschafte paella+drankje bonnetje, in mijn hand geklemd om niet wéér als eerste aan te komen. 

 

Doordat ik het superhippe UP! Hostel in het historische station noord niet zo snel kan vinden, kom ik twee minuten te laat. Ik ben een van de eersten…. dus volg ik het voorbeeld van de anderen door met grote interesse mijn mobiel te bestuderen en er driftig op te typen. Tot mijn grote opluchting loopt er vrij snel een klasgenoot binnen, die weer iemand kent, die iemand kent, die iemand kent. Uiteindelijk klets ik zoveel dat ik tijd moet maken voor het proeven van de paella’s.

 

Met een opzwepend muziekje en discolichtjes worden ze binnengebracht. Iedere pan, waarvan de afmeting een groot kampvuur in de keuken doet vermoeden, wordt gedragen door twee sterke mannen. De hostellounge, inmiddels gevuld met minstens 100 man m/v, vormt spontaan een rij, het bonnetje in de hand. Ik pak mijn glas sangría, of liever gezegd, sangríalimonade, en sluit aan. 

 

Na de heerlijke vegetarische paella, trek ik de stoute schoenen aan en vraag een schepje van de fameuze paella valenciana. Met konijn. Zodra ik een goedkeurende opmerking maak over de smaak van dit knuffelbeestje, verschieten vooral de dames in mijn gezelschap van kleur. Konijn? Konijn? Oeps. Blijkbaar is niet iedereen bekend met de receptuur van deze lokale delicatesse. Of ík het, als soort van vegetariër, niet zielig vind, mwaah, niet zieliger dan de cavia die ik anderhalf jaar geleden in Peru at. Qua smaak overigens ook vergelijkbaar. De avond vult zich met geanimeerde gesprekken over reizen, levensgeluk en eten. En dat voor 2 euro.

 

Spanjaarden hebben overigens weinig gebrek aan gespreksstof blijkt tijdens mijn extra conversatielessen. Iedere dag poneert professor Salva een hekele Spaanse kwestie, hakt onze groep bruut in tweeën en stuurt aan op een debat. Hmmm, daar ben ik niet zo van. Het polariseert en wekt de schijn van een wedstrijd met winnaars en verliezers. Dus doorbreek ik het debat over het veto dat ouders in een bepaalde Spaanse provincie hebben, om te bepalen of hun kind les krijgt over onderwerpen als seksualiteit, seksuele diversiteit, andere religies of de multiculturele samenleving. Niet de leraren bepalen de lesstof, maar de ouders. Deze regio kampt overduidelijk niet met een tekort aan leraren en kan zich blijkbaar de luxe permitteren om hun onderwijzers, tot hun niet geringe onvrede, de les te lezen. Deze kwestie verdeelt Spanje tot op het bot.

 

Na wat loze voors en tegens, vraag ik de ‘oppositie’ wat zij willen dat ik doe als hun zoon, onder mijn ogen, in mijn klas, in mijn les, gepest wordt omdat hij op jongens valt of omdat hij vriendjes is met een moslim. Als er achter zijn rug om wordt gelachen, als zijn spullen worden afgepakt, als hij achter het schoolgebouw wordt geschopt en geslagen. Wat wil je dat zijn leraren doen? Hun tranen wegslikkend antwoordt de enige, die met vereende krachten in haar rol kan blijven, volstrekt vlak en ongemeend dat ik dan moet zeggen dat dat erbij hoort. Niet eerder ondervond ik zoveel eensgezindheid in zo’n internationaal diverse groep. Ik ben geloof ik wel klaar voor een debatje in het Spaans. 

 

Tot onze grote schik maken we vanmiddag ook kennis met een uitgebreid tekstueel arsenaal gericht op de schuld aan iets buiten jezelf te attribueren. De korte instructie luidt dat je ten alle tijde het woordje ‘ik’ moet vermijden en dat je het kapotte voorwerp tot onderwerp van je zin moet maken. Oh ja, en dat je in het midden laat wie of wat dan wel schuld heeft. Anders werkt het niet. Als je bijvoorbeeld een glazen fles kapot laat vallen, zeg je dattie je kapot viel, vanzelf. Supergeinig en handig als je lekker onverantwoordelijk wilt zijn, effies. Wat een fantastische uitbreiding op het smoezenrepertoire. In tegenstelling tot de imperfecto de subjuntivo, hebben we dit al giechelend in een oogwenk onder de knie.

 

Geheel zonder of-en-waar-zal-ik-eens-alleen-gaan-eten drempel strijk ik in een tapasbarretje neer. Huiswerk, blogje schrijven, eten, kletsen met de ober, dit keer voel ik me niet één keer ongemakkelijk. Volgens mij heb ik de afgelopen dagen meer geleerd dan alleen maar Spaans.

 

Geschreven met nieuwe bagage



Maak jouw eigen website met JouwWeb