Dankbaar kijk ik naar hun lachende gezichten. We zijn blij elkaar weer te zien na een paar spannende dagen waarin we plots van elkaar werden gescheiden. Dagen waarin alles veranderde. Ze zijn bezorgd om hun examen, de verslagen die nog op school liggen om hoe nu verder. Hoewel ik ook geen glazen bol heb, valt bij de belofte dat ik ze gewoon onderwijs zal blijven geven, zichtbaar spanning van ze af. Voor het eerst in mijn leven geef ik online les. Het maakt het beste in zowel mijn leerlingen als in mij los.
Dichte schooltjes maken ons leraren de pis niet lauw. Dus klapt lesgevend Nederland de laptop open aan de keukentafel teneinde vanuit huis het onderwijs voort te zetten. In slechts één dag transformeert onze woonkamer tot een digitale school van waaruit Frieda en ik dagelijks onze leerlingen bijstaan. Het verzoek van mijn oude school bij te springen, pak ik dankbaar met beide handen aan. Wie heeft er nog werk in deze tijd? Met computers, ipads, telefoons, internetkabels, een explosie van boeken en liters, liters koffie draaien we een tropenweek. Een week waarin alles anders is.
‘s Nachts droom ik van zoom-accounts, activerende werkvormen en schieten me in een onrustige stroom nieuwe tips te binnen voor mijn examenleerlingen die eerst niet en toen toch weer wel, hun schoolexamens binnen enkele dagen moeten maken. Overdag een frenzy van uitproberen van nieuwe ICT, videogesprekken met collega’s, online lessen, blokje om, plannen, routers herstarten, met een schuin oog op het nieuws. Alles is anders.
Tijd voor nieuwe gewoontes dus herstellen wij de lunchwandeling in ere, rollen wij de yogamat uit in de home office en doen we online fitness met keiharde muziek. Moeiteloos stemmen we onze videolessen op elkaar af in een harmonieus lesrooster dat al onze leerlingen recht doet en voorkomt dat Frieda’s leerlingen mijn uitleg over T-lymfocyten aan moeten horen.
Bijna moeiteloos dan, want midden in mijn les zie ik opeens lachende gezichtjes. In het beeld met mijn weergave zie ik op mijn achtergrond, naast de bekende plant, opeens ook een kruin op en neer springen. Mijn betere helft heeft onze tuin tot sportschool gewijd en staat met de buurman, op gepaste afstand van elkaar, touwtje te springen naast de hortensia’s. Ik stuur ze naar de verder lege straat waar ze hun wekelijkse tennis- en padeluurtje voortzetten. Alles is anders.
In nog geen week veranderde mijn leven, zoals dat van ons allemaal, totaal. Ik voegde hoestschaamte en social distancing toe aan mijn vocabulair, verruim mijn aura tot 1,5 meter in alle richtingen en blijk opeens een vitaal beroep te hebben. Een week waarin ik het grootste deel van mijn onderwijswensen in één keer uit zag komen, waarin mijn leerlingen de verantwoordelijkheid toonden waarvan ik altijd al wist dat ze hem bezaten. Midden in die hectische transformatie wisselen vermoeidheid, bezorgdheid en onrustige nachten elkaar af met een nieuw soort saamhorigheid, een frisse energie en enorme kansen om dat wat lang vast zat ineens los te laten schieten.
Dus pel ik een extra knoflookje (ruik je toch niet online), staar verbaasd naar lege pastaschappen, manoeuvreer ik met ruime bocht door de publieke ruimte, neem een extra vitamine C-tje en werk me de pleuris zodat mijn leerlingen examen kunnen doen. Ontroerd neem ik het bedankje van de koning in ontvangst. Dat kreeg ik nog nooit. Alles is anders, niet perse beter of slechter. Gewoon anders.
Geschreven in goede gezondheid
Maak jouw eigen website met JouwWeb