Ik was zo druk bezig medelijden te tonen voor wie zijn verjaardagsfeest midden in de coronacrisis moest vieren dat ik het bijna vergat. Dat mijn geboortefeest er ook in valt. Volop empathie voor wie zijn partijtje onder zulke restricties moest vieren dat de fut er bij voorbaat al uit was. Echt. En diep onbegrip voor wie hossend de regels aan de laars lapt, omdat één feestje toch moet kunnen. Echt.
Feestje zijn niet zo mijn ding. Hoop lawaai, oppervlakkige gesprekken en als het even tegenzit wordt er nog gedanst ook. Ik bezoek die van anderen overigens trouw, want je verjaardag vier je zoals jij het wilt. Dus zodra de augustusmaand traag in een prachtige nazomer wegzakt, smeed ik míjn plannen. Want oh wat vier ik mijn verjaardag graag.
Zo holde ik op mijn 32ste jubileum over de Brooklyn bridge om een bageltje te eten aan de andere oever. Sjeesde ik licht misselijk in diverse Eftelingattracties, naast een wild enthousiast neefje en mijn van spanning ietwat vloekende vader, mijn 40ste levensjaar in. Het wonder van tijdzones bezorgde mij een maar liefst 36 uur durende 43ste verjaardag in het zand van Fraser island, vlak voor de kust van Australië. Onder een hemel met miljoenen sterren wenste ik mezelf veel geluk toe.
Ooit stond Frieda met liefdevolle tegenzin om half vier ‘s nachts op, om met mij door de wadblubber naar het slechts sporadisch toegankelijke Simonszand te sjompen. Zeehonden, strakblauwe lucht, mijn haar rechtop van de wind, zand overal en de hele dag honger. Haast niet te evenaren, maar mijn hilarische, achteraf vrij naïeve behoefte aan surfles vorig jaar haalde met gemak mijn top 10. Mede doordat Frieda reeds binnen een kwartiertje door onze 16-jarige juf met het bootje uit de vaargeul moest worden gered. Haastig leerde ze ons veel eerder dan gepland overstag te gaan teneinde zelfstandig terug te keren naar de behouden haven. Met zere rug, blauwe schenen en een lach van oor tot oor tikte ik de 46 aan.
Dus die 1,5 meter en een gastenquotum zitten mijn verjaardagsplezier niet zo in weg. Dacht ik. Het Omniversum projecteert immers weer wondernatuurschoon op het hemelgewelf. Het vooruitzicht om twee voorstellingen lang te reizen langs plekken die ik nooit zal bezoeken bezorgt me op voorhand kippenvel. De Efteling wacht nog wel een jaartje, er ligt nog zoveel moois in het verschiet.
Tot mijn blik gevangen wordt door het verlanglijstje dat ik weken geleden intuïtief opstelde. Wereldvrede op twee. Dit jaar een minder altruïstische nummer 1. Ik slik even als ik mijn eigen woorden teruglees. Voor mijn 47ste verjaardag wil ik dus het liefste een knuffel van mijn moeder of liever gezegd dat dat ook gewoon weer veilig kan. Zes maanden social distancing breken me langzaam op, merk ik.
En ik hou vol, net als al die anderen die dapper het beste maken van hun veilige, uitgeklede verjaardagspartijtjes. Niet omdat ze bang zijn of niet van feestjes houden, maar omdat het het enige juiste is om te doen. En wie al hossend in polonaiseverband alle regels aan de laars lappend het coronavirus aan zijn veels te talrijke genodigden loopt door te hoesten, zeg ik: kappen ermee, we hebben allemaal last van je.
Nog even en dan kunnen we elkaar weer in de armen vallen. Tot die tijd is geduld de schoonste zaak. En wellicht zo nu en dan wat eerlijke feedback aan wie het wat minder nauw neemt met de regels. Des te eerder we onze verjaardagen weer in vrijheid kunnen vieren.
Geschreven voor mij
Maak jouw eigen website met JouwWeb