De Tweede

Gepubliceerd op 12 juli 2021 om 22:04

Mijn fietstassen en shirtje wapperen achter me in de wind als ik door de polder noordwaarts fiets, op weg naar een van de meest bijzondere plekken die ik ooit zal bezoeken. Ik woon er al bijna 20 jaar naast. Naast het dorpje en die sporthal met van die halve maantjes op de deuren. Zo eentje met een hal van troosteloze, bruine plavuizen, gevuld met de zweem van oude frituur. Een nietszeggend gebouw dat ik decennialang links en rechts liet liggen. Nu staat het, samen met een paar plekjes in wilde, woeste natuurpracht, hoog in mijn top 10 van beste plekken ever. In deze sporthal krijg ik vandaag mijn tweede coronavaccinatie.

 

Precies vijf weken geleden snoof ik voor de eerste maal die vreemde combinatie van frituurlucht, gymschoenen en desinfecteermiddel door mijn mondkapje op. Een gele looproute en de lijnen van een half korfbalveld leiden mij naar een goedkoop, scheefhangend gordijntje, dat op geen enkele manier recht doet aan het wonder dat zich erachter voltrekt. Na mijn verzoek links te prikken verlaat de prikmevrouw de ruimte zo abrupt om vaccins te halen, dat ik spontaan grapvraag of ‘links’ op is. Anders is rechts ook goed, meld ik ondeugend. Ze grinnikt en bloost een beetje als ik haar vertel hoe dankbaar ik ben voor het werk dat ze hier doet. Het mag best gezegd.

 

Vandaag ontsmet ik mijn handen opnieuw in die unieke geur. De envelop met ingevulde vragenlijst, vaccinatieoproep en geel boekje strak onder mijn arm geklemd, stap ik vanuit de aardedonkere hal die fel verlichte zaal nogmaals in. Het is lang geleden dat ik zo heb uitgekeken naar een dag. Werd mijn geduld al voor het verkrijgen van de uitnodiging op de proef gesteld, zo kropen de laatste 35 dagen als trage slakken voorbij. Met grote zorgvuldigheid hield ik mijzelf gezond, opdat het lange wachten niet alsnog door een coronabesmetting doorkruist zou worden. Ik slik even als ik me realiseer dat het is gelukt en wat dat betekent.

 

Met warme betrokkenheid vraagt hij hoe het mij is vergaan na mijn eerste prik. Uitstekend. De enige bijwerking, naast lichte stijfheid in mijn linkerbovenarm, was tamelijk heftige blijdschap. Vrij besmettelijk ook, vooral voor wie daar bevattelijk voor bleek. Ik vrees dat ik toch wel goed ben geweest voor een omvangrijk clustertje vreugde-infecties, waarvan de symptomen overigens vrij effectief door de gevolgen van veels te snelle versoepelingen zijn bestreden. Voor het uit de hand liep.

 

Voor ik het weet zit ik met een piepklein pleistertje op mijn arm en een volgestempeld geel boekje in de wachtruimte. Ik kijk omhoog naar het hoge, houten plafond waar ik na mijn eerste prik lang naar staarde en maak contact met die intense dankbaarheid van toen. Het besef te behoren tot een zeer bevoorrecht deel, van het toch al meest bevoorrechte deel van de wereld, voorzag mij van een glashelder perspectief. Eentje waarin ik van geluk mag spreken dat mijn wiegje in dit land stond en in het huis van mijn ouders. Ik besluit opnieuw die dankbaarheid voorgoed mee te nemen. Ook ik heb wel eens herinnering nodig.

 

Bij thuiskomst druk ik olijk, in navolging van mijn oudste nichtje, een theelepeltje tegen mijn bovenarm. Ik las laatst dat het vertrouwen in de wetenschap is toegenomen en ik hou wel van een experimentje. Laat ik zeggen dat ik onomstotelijk heb vastgesteld dat ik noch magnetisch ben geworden, noch dat ik het vermogen bezit dat in anderen op te wekken. Dat dat even uit de wereld is. Een duikje in de donkere kast onder de trap laat de stille hoop, na volledige vaccinatie toch iets van licht te geven, vervliegen. Je kan niet alles hebben. 

 

Opgelucht plof ik op de bank, terwijl ik in gedachten het messenger RNA in de spiercellen van mijn arm aan het werk zet. Vannacht en morgen rollen de spike eiwitten van de band. Hoe meer hoe beter, zodat ik straks lekker veel B- en T-geheugencellen tegen het coronavirus kan aanmaken. Loom en ontspannen laat ik lang opgebouwde spanning van me afglijden om me plots de wijze raad van mijn jongste nichtje te herinneren. Na een prik kan je het beste een ijsje nemen, meldt ze me bloedserieus. Voor de zekerheid neem ik er twee, de geneeskrachtige werking van ijs wordt immers vaak onderschat. 

 

Speciaal voor mij geschreven