Een zachte bries raakt mijn wangen, mijn benen draaien soepeltjes de trappers rond, het o zo vertrouwde, kalmerende geratel van mijn ketting. Frieda zingt mee met de vogels en knoopt op nog geen 7 km van huis al haar eerste gesprek-met-onbekende-aan. Ik voel de ruimte in mijn hoofd, want op de fiets ben ik als een vis in het water. En we gaan weer heel, heel lang fietsen, zonder dat we precies weten waarheen.
Volgens mij ben ik ooit de aanstichter van deze traditie geweest. Toen ik in al mijn wijsheid besloot mijn vrijheid te vieren door dagenlange tochten dwars door Hollands landschap te trappelen, stuitte ik in de sluizen van IJmuiden op het fietsbordje ‘Engeland’. Ook geinig, zo vanuit huis naar de andere oever fietsen. Bij thuiskomst verzilverde Frieda onze eerste fietsvakantiekans door een retourtje Newcastle per boot te boeken. De start van de beste zwerftochten die ik ooit maakte.
Wegens links rijden en vrij gebrekkige fietsbewegwijzering verblijden we inmiddels zeker een decenniumlang ons eigen moederland met onze fietsgezelligheid. Niks geen gedoe met piepkleine tentjes, volbeladen tassen of supersnelle fietsen. Ik pak de boodschappenfietstassen van onze stadsfietsen vol met ondergoed, credit card en iPad. Onze eerste reisbestemming altijd 75 km met de wind mee. Vrijheid tot in mijn tenen.
Dus rijden wij giechelend op de eerste bewolkte dag sinds tijden, over onze natte stoep met wind mee naar de mooiste tulpenvelden van ons land. Bij de koffie stopt zomaar een goede vriendin verheugd haar fiets. Tijdens de lunch regent precies die ene bui haar pijpenstelen uit de lucht. De bloemen kleuren links en recht in stroken tot aan de horizon. “Hee, een koetje!”, zegt Frieda.
Het kalfje stuitert dwars door de tulpenpracht via de achtertuin van een villa uit het zicht. Onbewogen stappen we weer op. Of dat ik even wil komen helpen, roept een meneer met aanhanger in de verte. Dat heb ik dus altijd, mensen in nood als ik net langs kom. Voor ik het weet hou ik, een verrassend sterk, kalfje trekkend aan een touw in bedwang. Voor alles een eerste keer, zal ik maar zeggen.
“Sla linksaf om op het Westeinde te blijven”, zegt Google zachtjes in mijn oor. Het gefrommel met kaarten achter ons, net als het onthouden van de onmogelijke cijferreeksen met fietsknooppunten. Af en toe is ze raadselachtig, zodat we al zwervend maximaal van onze vrijheid kunnen genieten. Een eenvoudig bestaan waarin ik de eenvoud van mijn leven koester.
Frieda strekt haar benen uit op de loungebank van ons frisse studentenhotel. De fietsen in de enorme stalling onder het station, het geluid van pingpong op de achtergrond, USB-laders overal. Op een hip deuntje drinken we onze gratis welkomstprosecco. Wie deze plek heeft ontworpen moet net als ik ontzettend houden van eenvoud.
Da’s het mooie van die fietstochten. We hoeven niks meer, alles al gezien en beleefd onderweg. Niks op te hangen of uit te pakken. Niks mee. Geen wat-doen-we-morgen stress. We gaan fietsen. Waarheen? Met de wind mee.
Geschreven in eenvoud
Maak jouw eigen website met JouwWeb