De kleine theaterzaal vult zich langzaam met publiek van zeer divers pluimage. Vrouwen overheersen, dat was te verwachten. Midden op het kleine podium wacht in een cirkel van licht een microfoon op haar. Ik kijk al maanden uit naar dit moment, over een paar minuten is het zover en ga ik mijn rockstar in levende lijve zien. Alles en iedereen in dit universum moet hebben samen gespand om deze hele unieke, zeldzame kans te creeëren. En ik pakte hem. Met beide handen. Heel snel.
Ik zag haar lang geleden al op TV optreden. Al haar shows op Netflix keek ik meerdere malen. Haar gevoel voor humor, haar persoonlijkheid en bovenal haar talent voor taal maken dat Hannah Gadsby me meer dan wie dan ook aan het lachen maakt. Mezelf inclusief. En dat wil wat zeggen. Heeft ze nog een boodschap ook, niks oppervlakkigs aan die vrouw. Met humor en zeer, zeer spitsvondige taal werpt ze een ander, uiterst verfrissend perspectief op vastzittende normen en patronen. Ik bewonder haar talent én herken ook iets van mezelf in haar. Via haar shows zie ik wat een andere invalshoek mensen kan brengen. Wat het mij kan brengen, wat ik anderen kan brengen.
Maar ja, ze komt uit Tasmanië, reist niet bijzonder veel rond, had geen nieuwe shows gepland. Dus achtte ik de kans dat ik haar ooit zou zien optreden te klein om er een gooi naar te doen. Zelfs niet toen onze plannen om naar hier te komen in beton waren gegoten. Tot Frieda op een avond tijdens een avondje correspondentie bijwerken op facebook opeens zei “Hee”….”is dit niet jouw Hannah Gadsby?”. In ons huishouden gunnen we elkaar onze interesses, nooit kapen we die van de ander. Hannah valt onder mij. En ja! Prijken er zomaar een paar shows in haar agenda precies als wij in Melbourne zijn.
Ik temper mijn wild oplaaiende enthousiasme met gedachtes die me wijs maken dat het wel al zal zijn uitverkocht, zo vlak tegen Kerstmis aan. Dat blijkt ook zo te zijn, tot ik alleen voor de voorstelling op 20 december drie vrije stoeltjes zie. In een vacuüm van ongewone helderheid, snelheid en dol geluk graai ik mijn iPad en credit card teneinde ons twee van die stoeltjes kado te doen. Het blijkt technisch vrijwel onmogelijk dat te doen, er lijkt een stoelalgoritme aan het werk dat geen losse, lege plaats midden of aan het einde van de rij toestaat. In de 10 seconden dat ik daar verschrikkelijk van baal, realiseer ik me dat dit precies de reden is dát ze nog vrij zijn. De korte versie luidt dat ik dat algoritme met twee iPads en tijdelijke reserveringen zo heb weten te bewerken dat het ons twee plaatsen voor de show geeft. Ik huil van geluk.
Dus zit ik me een partij nerveus te wezen in mijn stoeltje, tranen van geluk wellen in me op. Ik kan bijna niet geloven dat het is gelukt. Dan komt ze op. Binnen een minuut rollen de tranen van mijn wangen van het lachen. Wat is ze goed. Tot mijn grote vreugde kan ik haar rappe Australisch ook zonder ondertiteling heel goed volgen. Behalve bij het stukje over de World cup en Sam Kerr, daar dreig ik de draad een pietsie kwijt te raken. Tot ik Frieda van haar stoel zie rollen. Ah, dan moet het over voetbal gaan. Zelfs dat maakt ze leuk.
Tijdens die fantastische show ga ik na wat deze op het oog totaal niet bijzondere vrouw zo bijzonder maakt. Zelfkennis, taalgevoel, intelligentie. Zeker. Maar wat ik het meest aan haar bewonder is dat ze, hoewel ze totaal anders is dan de meesten, toch volledig zichzelf is daar op dat podium. En wat ze juist daarmee teweeg brengt in anderen.
Geschreven met hele grote lach
Maak jouw eigen website met JouwWeb