Geelgebleekt, gortdroog landschap glijdt aan me voorbij. Af en toe opeens een klein watertje met wat bomen, zelfs akkers staan te zengen in de zon. Na bijna twee weken in mijn lange broek is ie er opeens weer. Die heet brandende Australische zon. Ik prijs de airco in ons rijtuig gelukkig, want vandaag boemelen we met de trein door de prachtige outback.
Echt een dingetje hier. Australië heeft het reizen per trein bepaald niet gecultiveerd. Wat er aan rails voor de lange afstand ligt, dateert uit goudkoortsige tijden en is dus zo’n 150 jaar oud. Maar oh wat houden wij ervan, van dat wiegen, van het uitzicht, van het vertraagde tempo. Dus als we eindelijk een alternatief voor de hier zo gekoesterde auto of het vliegtuig vinden, boek ik snel twee enkeltjes Adelaide aan boord van The Overland. Dat we daarvoor nog twee nachtjes langer in Melbourne moeten blijven - de trein rijdt alleen op maandag en vrijdag - nemen we op de koop toe. Straks reizen we 828 km zij aan zij, in stijl. Flarden van beelden van de Orient Express mengen zich met vage herinneringen aan Europese treinreizen. Sjiek van lang vervlogen tijden.
Als wij vol voorpret aan wie we ook tegenkomen vertellen over onze aanstaande treinreis, fronst men steevast de wenkbrauwen. Of we wel weten hoe lang dat duurt. Waren er geen vluchten meer te krijgen? Dus staan we ‘s ochtends lichtgespannen bij de bagagehal op het enorme Southern Cross station. Hier checkt men de koffers in voor men aan boord gaat. Op het perron bij elk rijtuig een soort stewardes die je persoonlijk incheckt en een handgeschreven boarding pass overhandigt. Binnen zachte stoelen en een restauratiewagon binnen bereik. Ons rest niets anders dan 10,5 uur achterover leunen, want de Overland rijdt langzaam. Heel langzaam.
Onderweg stoppen we in piepkleine Lucky Luke achtige plaatsjes waar mensen zonder enig gevoel voor urgentie de trein in drentelen. Mobiel bereik beperkt zich tot flarden 3G in de buurt van stations. De journey manager vertelt leuke verhalen voor bij het stoffige, uitgemergelde landschap. Ik vind het geweldig. Kinderen en volwassenen zwaaien langs de route. Op de grens tussen Victoria en South Australia springen onze horloges een half uurtje terug, zodat we ietsies synchroner lopen met wie ons lief is. De omgeving transformeert in woestijnachtig scrubland, geen landbouw meer te zien. Tot we vlak voor Adelaide ineens een enorm bos inrijden. Ik ben weer op een plek waar ik nooit eerder was.
Adelaide blijkt een oase van rust mét moderne gemakken. Laat in de avond strijken we eindelijk neer in onze hotelbar waar ik mijn spaans even goed oppoets in gesprek met de madrileense eigenaar. Het wereldburgerschap begint me te voegen.
Verstuurd op lage snelheid
Maak jouw eigen website met JouwWeb