Afscheid

Gepubliceerd op 10 juli 2025 om 00:59

Met een quinoa-groente omelet in mijn buik loop ik in de felle zon en bijtende kou naar school. Met lichte weemoed, want vandaag is de laatste keer dat ik het tehuis zal bezoeken. En dat doet me meer dan ik dacht. Dat afscheid. Van die zusters.

 

Al lopend denk ik aan Het Tientje van Oma. Ooit trok mijn avontuurlijke oom er met een jeepje op uit om de Sahara te doorkruisen, in een tijd dat nog niemand dat deed. Toen je nog maanden spoorloos kon zijn. Oma gaf hem tien gulden mee om goed te doen in arm Afrika. Ruim een half jaar moesten we het doen met stoffige, verkreukelde ansichtkaarten uit Kenia of Congo. Mijn voorliefde voor verre reizen komt ergens vandaan. Eenmaal thuis vertelde hij over de enorme hoeveelheid mensen die hij blij had kunnen maken met, wat later het begrip, Het Tientje van Oma, werd.  

 

Op school steekt een nog vrij zieke Joselyn haar mondkapje om de hoek. Tijdens de pauzes valt ze in slaap. Tijdens sommige lessen ook. Ik was thuisgebleven, en dát wil wat zeggen. Maar hier is men streng op afwezigheid. Dus laat ik haar lekker slapen, terwijl ik lesgeef. Het zijn alweer de laatste lessen van elke klas. 17 keer afscheid. Ik hoop dat ik het red. In de pauze loop ik in de zon over het plein en het sportveld. Als je eenmaal gewend bent, komt het afscheid schokkend snel.

 

Ik draai vol liefde nog wat, door sterke mama’s en papa’s dicht gedraaide, bekers open. Verleen eerste hulp bij op de grond gevallen eten. Ik nodig met alles wat ik in me heb, de verlegen meisjes aan om zoveel mogelijk fouten te maken. Daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen, weet ik door schade en schande. Met groep 8 verzamelen we aan het einde van de les het nieuw geleerde vocabulaire. Ze gaan door met schrijven tot na de les. “Wie moet ons straks Engels geven als jij weg bent?”, vragen ze terwijl Joselyn met haar hoofd op haar bureau ligt te slapen.  Te lief.

 

Met Jessica koop ik de laatste benodigdheden voor het tehuis. 12 houten bezemstelen, 2 dozen gezichtsmaskers, 24 deo’s en 30 kg wasmiddel. Juan-Carlos doet open met zijn scheve lach. Of ik gek ben? “Een beetje”, antwoord ik hem. Om eraan toe te voegen dat dat mijn grootste kwaliteit is. Hij lacht zijn mooiste scheve lach. “En jij?”, vraag ik hem,”ben jij gek?”. “Een beetje”, grinnikt hij asymmetrisch. Ik zal hem missen.

 

De hoofdzuster steekt beide handen uit met de palmen omhoog. Ik leg mijn beide handen in de hare. Koel, in verbinding en warm. Ik vertel dat ik afscheid kom nemen. Ze verdwijnt een minuut of tien om terug te komen met een stapel bidprentjes voor alle donateurs. De tranen staan me in de ogen als ik haar meld dat ik hen nooit zal vergeten. Zij mij ook niet. Hun dank is groot, ze zal alle namen noemen in het avondgebed. Deze plek is voor altijd de jouwe, zegt ze. En dat we voor altijd met het hart aan elkaar verbonden zijn. Ik hou het niet echt droog.

 

2500 euro is geen druppel op een gloeiende plaat, evenmin als Het Tientje van Oma. Die beeldspraak past bij wie in statistieken denkt. Maar als het om mensen gaat dan telt elk geholpen mens. Wie door een kluppie mensenlievende Hollanders eindelijk pijnvrij en comfortabel in zijn nieuwe rolstoel kan zitten, denkt net als wij niet in druppels en gloeiende platen. Die voelt het verschil.

 

Alles doet ertoe. Net als Het Tientje van Oma.

 

Geschreven met pijn in het hart