Graafwerkzaamheden

Gepubliceerd op 10 juni 2019 om 10:12

De conifeer van mijn moeder bungelt aan de ketting van het happertje. Ze vindt het best, haar rozenstruik is ontworteling bespaard dus haar dag kan niet meer stuk. Het lot van de conifeer werd bezegeld toen bleek dat deze precies op de plek stond waar de grondkabels voortaan het huis van mijn ouders van zonne-energie zouden voorzien. Dat van het mossige grasveldje ook overigens nadat mijn broertje er een pirouetje op zijn rupsbandjes op draait. Vandaag voeren Stienstra en Zus graafwerkzaamheden uit.

 

Zodra mijn stoere broertje zijn graafkraantje start, soepel de kraanarm wat loszwaait en de klei uit het bakje schudt is het me duidelijk. Hij is net als ik ontzettend goed in zijn werk. Terwijl hij een kaarsrechte gleuf dwars door de beukenhaag graaft, meet ik de diepte en hou een scherp oog op wat er allemaal van onder het maaiveld vandaan komt. Of liever gezegd, wat niet. Gelukkig blijven water- en gasleidingen, rioolbuizen, telefoonkabels en elektra allemaal verborgen vandaag. Mijn nichtje holt door het dolle heen rondjes langs de bergen zojuist opgegraven aarde. Ze heeft haar passie voor slakjes recentelijk uitgebreid met de liefde voor regenwormen en weet niet waar ze moet beginnen met haar observaties.

 

Terwijl ik de bodem van de smalle loopgraaf netjes egaliseer presenteert ze mij de eerste vondsten. Zonder vragen zet ze een klein huisslakje op mijn hand, het kietelt als hij/zij met een klein slijmspoortje richting mijn ringvinger kruipt. Verbaasd neem ik notie van mezelf, ik dacht dat ik gruwelde van slijmerige beestjes. Blijkbaar niet meer. Behendig steekt mijn broertje de net gegraven sleuf over om precies langs vetplant en rozenstruik recht de tuin van onze moeder in te rupsen.

 

We zijn halverwege als er een piepklein voorhoofdje met slakje erop voor mijn bezwete gezicht verschijnt. De kleine houdt zo haar handjes vrij voor twee regenwormen. Eentje doet het niet meer en met rotsvast vertrouwen in mijn helende handen legt ze een roerloos exemplaar in mijn rechterhand. Waar mijn gebruikelijke behoefte om hem gillend in de bosjes te smijten is gebleven blijft onduidelijk. Ik reanimeer voor het eerst in mijn leven een worm, op het stoepje met een beetje water. Mijn nichtje kijkt me me vol bewondering aan.

 

Zodra de buizen en kabels in de grond liggen dempen we de geul. Dorstig pak ik mijn waterglas om net op tijd te ontdekken dat dit het nieuwe onderkomen is van de twee regenwormen… Mijn oudste nichtje rijdt ondertussen de tractor voor om de oprit weer te egaliseren. Mijn vader harkt dat wat over is van de tuin een beetje aan. Voordat we aan tafel aanschuiven parkeer ik de graafkraan nog even soepeltjes in achter de stal. Nooit eerder knerpte ik op stalen rupsbanden een oprit aan gort. Geinig en extreem luid. Licht geurend naar diesel smul ik hongerig van mijn moeders stoofpeertjes en de hemelse chocoladetaart van mijn schoonzus. Mijn familie is van alle markten thuis.

 

Bijna alle dan, blijkt bij de koffie. Mijn nichtje heeft de goed verstopte blokfluit van haar grootouders gevonden en toont net als de rest van onze familie verrassend weinig muzikaliteit. Ach ja, in de overeenkomsten vinden we de verbinding, zal ik maar zeggen. Ter bevestiging van onze verwantschap fluit mijn broertje nog een valse toonladder om aansluitend een van onze collectieve talenten te tonen: de beheersing van de slagroomspuit.

 

Vroeger kliederde ik als Grote Zus het gezicht van mijn kleine broertje, tot zijn grote plezier, met bril en al flink onder. Wegens onlangs aangebroken ondeugende periode van zijn jongste dochter stellen we het herleven van veel stoute jeugdherinneringen uit tot de kleine is uitgekeken op het imiteren van onze grollen. Maar vandaag permitteren we ons een lolletje ten koste van anderhalve slagroombus. De details besparend volsta ik met te melden dat beide nichtjes flink plakkerig de eettafel verlaten.

 

Als ik de auto in stap om huiswaarts te keren voel ik iedere spier in mijn lichaam. De jongste drukt me nog een slakje voor tante Frieda in de hand. Ook om afwezige familieleden wordt zorgzaam gekommerd.

 

Geschreven voor mijn familie